07 juni 2024 | Nieuws
Choreograaf, musicus en dichter Amos Ben-Tal werd in 2022 lid van de jury van de Piket Kunstprijzen. Eind vorig jaar besloot hij dat het beter was om afscheid te nemen. Hoewel hij zijn jurylidmaatschap twee jaar lang met plezier heeft vervuld, werd het voor hem steeds moeilijker om aan zijn vele verplichtingen te voldoen.
“Ik werd net voor de geboorte van mijn zoon lid van de jury”, legt hij uit, “en toen wist ik al dat het druk zou gaan worden. Er was overeengekomen dat ik mij terug kon trekken als het allemaal te veel zou worden.” Amos is het middelpunt van interdisciplinair performance collectief OFFprojects en zoals hij al had verwacht, bleek het lastig om zijn werk en zijn gezin te combineren met ’s avonds voorstellingen bezoeken. “Voor een lid van de vakjury Dans is het gewoon een voorwaarde om zoveel mogelijk voorstellingen te zien. Een jury die niet gaat kijken, die niet alles in de gaten houdt, dat is niet eerlijk.”
Natuurlijk is Amos wel gewend om anderen te zien dansen, maar kijkt hij anders wanneer hij op zoek is naar mogelijke nominaties? “Als professional ben je altijd wel kritisch, denk ik”, zegt hij, “maar het kan moeilijk zijn om onderscheid te maken tussen de performer en het werk en vice versa. Zelfs wanneer, bijvoorbeeld, de choreografie niet jouw smaak is, moet je blijven focussen op de kwaliteiten van de dansers en voor ogen houden dat ze doen wat het werk vereist, wat die specifieke stijl vereist, wat de choreograaf wil. Het is ook belangrijk om verder te kijken dan de status quo, niet alleen maar te zien wat iemand op een bepaald punt in diens carrière te bieden heeft, maar ook het potentieel te zien – de belofte van wat iemand kan worden.” De gezichtspunten en overwegingen van de juryleden van de categorieën Schilderkunst en Toneel hebben Amos veel nieuwe inzichten opgeleverd. “En het bleek ook om andere redenen voordelig om deze mensen in mijn netwerk te hebben. Dankzij advies van Joncquil de Vries [jury Schilderkunst, 2020-2023] was OFFprojects in staat om vorig jaar december het programma SO FAR te presenteren bij The Grey Space. En voor onze voorstelling Songs and Silences heb ik gewerkt met een actrice die mij was aanbevolen door Ellen Goemans [jury Toneel, 2022-heden].”
OFFprojects vierde onlangs zijn tienjarig jubileum met een reprise van de zeer succesvolle productie PART. En ze zijn bepaald niet van plan om nu achterover te gaan leunen. “We zijn bezig met onderzoek voor een nieuw project voor volgende jaar”, onthult Amos. “De titel is The bone algorithm. We zijn nog niet begonnen met repeteren, het is meer verkennen in dit stadium. Deze zomer gaan we met Songs and Silences naar Rome. We gaan ook een project met het NDT doen in Zeeland, waarvoor we samenwerken met een lokale dansschool en inwoners van een azc. En samen met Korzo en de Haagse Hogeschool werken we aan een project om jong publiek te stimuleren.”
Heeft Amos nog advies voor jonge kunstenaars? Hij glimlacht. “Neem prijzen niet al te serieus. Als je niet wint, wil dat niet zeggen dat je niet goed genoeg zou zijn, en als je wel wint, betekent dat niet dat je er bent. Je moet er geen barometer van maken.” Nadenkend voegt hij eraan toe: “Ga niet zitten wachten tot je publiek je gevonden heeft. Zoek uit hoe je over jouw kunst moet communiceren, maak het communicatief. Verover je eigen plaats. Neem de tijd, doe het op een duurzame manier.” Wat betreft de mogelijke impact op kunst en cultuur van de recente politieke ontwikkelingen in Nederland: “Het gaat om meer dan geld. We mogen de poortwachters niet voor ons laten beslissen wat belangrijk of relevant is. Kunst is niet hetzelfde als vermaak. Kunst heeft haar eigen rol. Kunst maakt deel uit van de infrastructuur van de samenleving en je knoeit niet met infrastructuur – uiteindelijk lijdt iedereen daaronder. Als je belang hecht aan wat je doet, moet je niet bang zijn om politiek bezig te zijn. Wees lokaal actief en betrokken. Ga stemmen, ook als je kunst maakt die helemaal niet politiek is.”
Tekst: Anna Beerens
Foto: Ben-Tal rechts met naast hem jurylid Erik Kaiel. Hessel Waalewijn