02 december 2017 | Nieuws
“Talent, wat is het en past het in een doosje?” Met deze prangende vraag openden de winnaars van de Piket Kunstprijzen 2016 de avond van de uitreiking van 2017. In hun speciaal voor de avond gemaakte performance ‘De Rode Kamer van de Verwachting’, stelden Debbie Young, Alice Godfrey en Kaatje Kooij de zelftwijfel van de jonge kunstenaar aan de orde.
De vierde uitreiking van de Piket Kunstprijzen begon maandag 27 november met een met gouden glitters bedekte Kaatje Kooij (winnaar toneel 2016) die op haast machinale wijze de diverse definities van talent probeerde te duiden in haar monoloog voor ‘De Rode Kamer’. Wat is talent? Waar komt het vandaan en wat betekent het? Hoe voelt het als buitenstaanders die stempel op je drukken? Kooij besloot haar monoloog in de door Debbie Young (winnaar schilderkunst 2016) ontworpen ‘rode kamer’ van gezeefdrukte doeken. Young zelf hield de projector vast die beelden van Alice Godfrey (winnaar dans 2016) liet zien, dansend in een kostuum van papiermaché dat ook haar gezicht bedekte.
Louise de Blécourt, directeur van de Stichting mr F.H. Piket, merkte op dat veel scheidslijnen tussen disciplines in de kunst niet meer bestaan. “Dit zagen we net in ‘De Rode Kamer van de Verwachting’. Grenzen zijn niet altijd even duidelijk en zo hoort het in het creatieve vak ook!” De genomineerden van dit jaar zijn van divers pluimage: zo kwamen theatermakers, dansers maar ook choreografen en schilders die met videokunst werkten dit jaar in aanmerking voor de Piket Kunstprijzen.
Een samensmelting was ook te zien in de samenwerking die de Piket Kunstprijzen is aangegaan met cultuurplatform We Are Public, dat elke maand een cultuuragenda samenstelt en daarbij een kunstabonnement aanbiedt. Daarin worden vanaf nu ook de genomineerden van de Piket Kunstprijzen opgenomen. De Piket Kunstprijzen en Cultuurplatform We Are Public geven elkaar aandacht en stimuleren jonge kunstenaars door over hen te publiceren. Cultuurplatform We Are Public zit inmiddels in meerdere steden en ook onze genomineerden exposeren en treden op in vele plaatsen.
De vakjury schilderkunst deed uit de doeken dat ze dit jaar een andere aanpak dan voorheen hadden gekozen, aldus vakjuryleden Maarten Demmink en Suzanne Swarts. “We deden een ronde door Den Haag in plaats van alles en petit comité te beslissen. We wilden mensen de kans geven zichzelf te presenteren, het is toch een prijs voor de toekomst.” Over de genomineerden schilderkunst zei de vakjury dat allen een zeer professionele werkhouding, veel drive en motivatie voor hun werk hebben. De prijs ging naar Julien Guettab, die niet zo goed wist wat hij moest zeggen maar benadrukte dat hij “heel erg blij” was. Hij bedankte niet alleen de vakjury maar ook zijn coördinatoren bij de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en natuurlijk zijn ouders en vrienden.
Na afloop van de uitreiking zei Julien Guettab: “Ongelofelijk! We zijn allemaal zo anders en dat maakt het moeilijk om een keuze te maken, maar ook mooi dat we met elkaar genomineerd waren. Ik wil de komende tijd exposities houden in Den Haag en daarbuiten, maar Den Haag is mijn basis. Zo ga ik hier o.a. een expositie doen met de winnaar van vorig jaar, Debbie Young, in Billy Town. Ooit wil ik ook solo-tentoonstellingen maken, maar voor nu is dat misschien nog te vroeg. Ik ontmoet graag andere kunstenaars en ik vind de samenwerking nu ook heel fijn. Het kunstenaarsschap is moeilijk. Als je studeert, weet je niet of er iets van terecht gaat komen. Er is onzekerheid, maar het winnen van deze prijs is een bewijs naar mezelf toe, maar ook naar bijvoorbeeld mijn ouders, dat ik hiermee de juiste weg gekozen heb.”
Stacz Wilhelm, vakjurylid dans, legde voorafgaand aan de uitreiking van dans uit dat hij en mede-jurylid Isabelle Chaffaud bij de nominaties zo open mogelijk wilden blijven. “Ze staan aan het begin van hun reis”, zei hij. De prijs ging voor het eerst naar een choreografe, Astrid Boons.
Astrid Boons: “Het is zo’n steun en waardering. Het is echt een erkenning voor mijn werk. Als danseres dans je het werk van iemand anders. Je bent uiteraard jezelf, maar als choreograaf voelt het alsof ik twee keer mezelf ben. Je kunt niet meer van mij, Astrid Boons, hebben dan bij dit. Ik doe nu wat ik wil, dit is mijn passie. En die passie is beloond. Toen ze bij het punt van de bekendmaking kwamen, werd ik erg zenuwachtig. Daarvoor viel het wel mee. Ik had het niet verwacht en toen ze mijn naam zeiden dacht ik echt: ‘Oh wow!'”
David Geysen, vakjurylid toneel, noemde alle drie de genomineerden voor toneel “kanjers”. “We willen graag applaus voor iedereen. Ze gaan gepassioneerd voor hun vak en zijn veelbelovend.” Ook dit jaar was het wederom moeilijk kiezen, beaamde mede-vakjurylid Antoinette Jelgersma. “Het waren weer appels en peren.” De prijs ging naar acteur Bram Suijker, die via Skype op het scherm te zien en te horen was. “Ik ben er superblij mee!” Zijn ouders namen de prijs in ontvangst, maar Bram had nog meer in petto: “Ik heb een act met m’n ouders voorbereid. Mam, je weet wat je moet doen!” Bekijk het filmpje:
Bram gaf later nog een reactie op de toekenning van de prijs: “Het is helemaal te gek. Ik had dit niet verwacht en het is echt een eer. De Piket Kunstprijzen is een nog jonge prijs, maar met de jaren groeit de prestige ervan. Ik ben meneer Piket heel dankbaar dat hij deze prijs heeft opgezet en dat ik een klein stukje van zijn erfenis mag krijgen. Ik merk dat daar ook een verantwoordelijkheid aan vast zit. Ik moet iets doen en mezelf blijven ontwikkelen. Ik ben altijd bereid om te leren; groei moet blijven en ik wil niet denken dat ik er wel ben. Ik ben afgelopen jaar ouder geworden, volwassener en ook meer geëngageerd. Dat stukje volwassenheid vertaalt zich ook naar mijn spel, dat voel ik zelf ook. Maar dat gevoel wordt met deze prijs wel echt ook bevestigd.”
De Juryprijs ging dit jaar naar Rebecca van Leeuwen. Zij werd door juryvoorzitter Noël Fischer beschreven als “een fenomeen in Den Haag die een huis van theater heeft gebouwd in de stad.” Als directeur van de Haagse jeugdtheaterschool zorgde ze ervoor dat veel talent doorstroomt en belandt op landelijke podia. Ze was blij verrast: “Het is voor het eerst in 35 jaar dat ik niet wist wat er ging gebeuren. We waren bijna niet gekomen omdat we de volgende dag al vroeg een Sinterklaasvoorstelling hebben. Ik hoop dat Rabarber nog heel lang in Den Haag kan blijven bestaan”, besloot ze haar dankwoord.
Na de uitreiking zei ze: “Ik kan het erg waarderen, maar ik koppel het altijd aan Rabarber. Rabarber zie ik als een soort verlengstuk van mijn huiskamer. Ik begin daar ook meestal gelijk over te praten. Ik vind het natuurlijk geweldig dat ik de prijs heb gekregen. De oorkonde die ik heb gekregen, spreekt mij het meeste aan want die is echt persoonlijk. Dit doet mij eigenlijk meer dan het krijgen van een beeldje.”
Florentijn Hofman, die dit jaar de award ontwierp en ze ook uitreikte, kwam precies zoals het beeldje gekleed: in rokkostuum. Daarmee mocht hij al eens op bezoek bij de koning en koningin, vertelde hij, maar hij had er wel sneakers onder aangetrokken. “Máxima vond het wel leuk dat ik met sportschoenen kwam, Beatrix vond het gewaagd”, grapte hij. De award is voor hem niet alleen een knipoog naar de tegenwoordige beeldtaal met likes (duimpjes), maar ook zijn boodschap aan de jonge kunstenaars: goed gedaan! “Het beeldje is natuurlijk ook een grap. Het lijkt op brons maar dat is het niet, dat is het leven ook.”