At first, Goda Žukauskaitė genuinely thought the nomination was a mistake. “It was such a big surprise. I found it difficult to accept that I might be worth it. I don’t see myself as a dancer who goes for high technique. For me dance is more than an art form. It’s a tool to talk with people. Movement is about energy and dynamics, it’s a conversation.” In Goda’s view, the fact that she was nominated says a lot about the open-minded attitude of the jury. The recognition makes her feel “super grateful.”
Tagarchief: Goda Žukauskaité
Voor Goda Žukauskaitė is dans een gesprek
In eerste instantie dacht Goda Žukauskaitė echt dat de nominatie een misverstand was. “Het was zo’n verrassing. Ik vond het moeilijk te accepteren dat ik het waard zou kunnen zijn. Ik zie mezelf niet als een danser die voor de hoge techniek gaat. Dans is voor mij meer dan een kunstvorm. Het is een middel om met mensen te praten. Beweging gaat over energie en dynamiek, het is een gesprek.” Volgens Goda zegt het feit dat ze genomineerd is veel over de ruimdenkendheid van de jury. De erkenning geeft haar een “superdankbaar” gevoel.
Goda Žukauskaitė
Opleidingen
2014 – 2018 Moderne Theaterdans, Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Amsterdam
Voorstellingen
2021 Minimal Music Festival, Muziekgebouw, Amsterdam
2021 Goddesses, dream when they bleed, Encuentro 3 Festival, Amsterdam
2021 Solo Summer Solstice’21 Dance, De Hallen, Amsterdam
2021 Livestream We are ScreenSavers, Platform V A G E B O N D
2020 Livestream Revisiting 78h ungrowing grass: Winter Solstice edition
2020 Solo Ode to my Spine, NEXUS Festival, Amsterdam
2020 Solo Runter W, New Delhi (India)
2019 Solo performance st.One 33+3, MO Modern Art Museum, Vilnius (Litouwen)
2019 Solo performance st.One, Anima Mundi Festival, Biënnale Venetië (Italië)
2018 Solo performance Happy International Workers Day, Uzupis Art Incubator, Vilnius (Litouwen)
2017 Solo performance Rite, Moving Fire, Baltic Mythology Park, Litouwen
Het begin
“Toen ik ongeveer elf was ging ik lessen volgen bij dans- en theaterstudio Aglija in mijn toenmalige woonplaats in Litouwen. Zeven jaar later werd de studio opgeheven en omdat er in mijn stad geen andere studio’s waren, begon ik mijn eigen werk te maken en ging ik projecten en dansvoorstellingen met anderen organiseren. Ik werd ook uitgenodigd om deel te nemen aan enkele professionele producties en besloot om naar de hoofdstad te gaan om daar door te gaan met dans en theater. Ik wilde eerste actrice worden en studeerde een jaar aan de toneelacademie. Maar na dat jaar was ik tot het besef gekomen dat mijn lichaam mijn expressiemiddel is en dus stapte ik over naar de hedendaagse dans. Een jaar lang volgde ik een opleiding contemporary dance, maar ik vond de opleiding ontoereikend en bovendien waren er heel wat professionele dansers die me aanmoedigden om naar het buitenland te gaan en te proberen daar carrière te maken. En dus deed ik auditie in Amsterdam en begon mijn opleiding aan de afdeling Moderne Theaterdans aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten.”
De toekomst
“Ik droom ervan dat de dans zich verruimt. We leven in tijden van verandering, dus er is meer dan ooit behoefte aan kunst als middel wordt om te communiceren, het debat te beïnvloeden, de waarneming te stimuleren, de fantasie te voeden en de zintuigen te scherpen. Ik zie voor me hoe ik zelf die stap doe en met dans dit nieuwe, andere bewustzijn binnenbreng. Telkens als ik optreed, heb ik het gevoel bezig te zijn met een bepaald ritueel, met het vervullen van een opdracht – de taak om ruimte en tijd te transformeren en het publiek naar een ander bewustzijnsniveau te voeren. Ik geloof dat dans als middel krachtig genoeg is om dat te doen. Het lichaam liegt niet, dus je maakt jezelf kwetsbaar als je danst. Ik wou dat meer choreografen en dansers dat inzagen en zouden openstaan voor de persoonlijkheid van het danserslichaam, de transformatie van de danskunst zouden steunen en de moed zouden opbrengen om verder te gaan dan de passen en de sprongen. In de komende jaren zie ik mijzelf bezig in een format dat vergelijkbaar is met wat ik nu doe, dansen voor anderen, samenwerken en mijn eigen werk maken; die dingen voeden elkaar heel erg. Ik zou de grenzen tussen verschillende kunstvormen willen afbreken en juist willen bezien hoe we van elkaar kunnen leren. Als danser zou ik mijn techniek willen blijven ontwikkelen, maar ik zou voor een andere benadering kiezen. Ik denk aan een bewegingskwaliteit die voortkomt uit intentie en alle mogelijkheden van het lichaam aanspreekt om die te realiseren. Dat heeft ook veel te maken met innerlijke kracht. Ik hoop dat ik de boodschap van de dans kan doorgeven, een boodschap van energie die zich voortdurend vernieuwt , die toegang geeft tot kwetsbaarheid, tot kinderlijke speelsheid en fantasie en tot een duurzaam gesprek met het publiek, waarbinnen woorden overbodig zijn. Alleen adem, ogen, lijf en zweet.
Wat vind je van de nominatie?
“Een erg leuke verrassing. Ik had zoiets nooit verwacht. Ik was de hele dag in de war en probeerde te begrijpen waarom ik was uitgekozen. Daar ben ik nog steeds benieuwd naar. Toen ik het feit van mijn nominatie eenmaal had geaccepteerd, was ik erg blij. Ik voelde me gelukkig en trots, niet zozeer voor mezelf maar voor het hele dansveld. Het feit dat ik ben genomineerd, laat zien dat er nu op een open manier naar danskunstenaars wordt gekeken en dat er belangstelling is voor allerlei typen dansers. Dit laat veelzijdigheid toe. In de afgelopen jaren heb ik mijzelf vaak aangeduid als physical performer in plaats van danser. Ik heb het gevoel dat ik mijzelf geen danser kan noemen wanneer ik voorstellingen maak die weliswaar een fysiek uitgangspunt hebben, maar waarin de passen niet het belangrijkste zijn. Het woord ‘danser’ doet nog teveel aan die danspassen denken. Dans is voor mij veel meer dan danspassen – het is een voortgaande fysieke transformatie die plaatsvindt op het toneel. Daarom was ik zo verrast om te zien dat ik, ondanks waar ik nu sta, in de categorie Dans viel. Omdat ik dans met zoveel prachtige dansers en choreografen, was ik ontzettend blij en dankbaar dat ik weer terug was bij dat woord. Nu kan ik mijzelf met trots weer ‘danser’ noemen en vervulling en meerwaarde geven aan dat woord met de performatieve kwaliteit die ik in de afgelopen jaren heb gevonden.”