Tagarchief: den haag

Alice Godfrey

Bekendmaking genomineerden Piket Kunstprijzen 2018

De genomineerden van de Piket Kunstprijzen worden op zaterdag 1 september om 20.00 uur bekendgemaakt in Theater aan het Spui in Den Haag. De Piket Kunstprijzen worden in 2018 voor het vijfde jaar op rij uitgereikt. Op maandag 26 november vindt de prijsuitreiking plaats op dezelfde locatie. 

De namen van negen jonge kunstenaars, in de categorieën schilderkunst, dans en toneel die door hun kunst verbonden zijn aan de Haagse regio, worden dan wereldkundig gemaakt. Alle kandidaten zijn geselecteerd door een vakjury onder leiding van voorzitter Erik Pals, algemeen directeur bij Scapino Ballet Rotterdam. De jury bestaat verder uit Maarten Demmink, Suzanne Swarts (schilderkunst), Isabelle Chaffaud, Stacz Wilhem (dans) en David Geysen en Antoinette Jelgersma (toneel).

De bekendmaking

Tijdens UIT Festival Den Haag vindt de bekendmaking van de genomineerden plaats in de foyer van Theater aan het Spui in Den Haag. Iedereen is welkom om hierbij aanwezig te zijn. Om 19.30 start de inloop op zaterdag 1 september, 20.00 worden de namen van de kunstenaars onthuld. Aansluitend om 20.30 uur vindt een optreden plaats van danser Alice Godfrey (NDT I, op foto), winnares in de categorie dans van de Piket Kunstprijzen 2016. Titel  van de voorstelling is ‘The Fruit of our Work’: en onderzoek naar nieuw werk dat zij maakt samen met danser en choreograaf Antonin Rioche. 

Over de Piket Kunstprijzen

Frederik Hendrik Piket (1927-2011) was een grote liefhebber van de kunsten. Piket was kunstminnend lid van Pulchri Studio en bezocht galeries, beurzen en vernissages. In zijn vrije tijd verzamelde hij schilderijen, grafiek en beeldhouwkunst, en zat hij geregeld op de eerste rij bij dans- en toneelvoorstellingen in Den Haag en Amsterdam. Piket bouwde zo een grote collectie van met name Nederlandse kunst op. Na zijn overlijden in 2011 werd deze collectie geveild. In dat jaar werd ook de Stichting mr F.H. Piket opgericht. De prijzen die sinds november 2014 jaarlijks worden uitgereikt zijn voor hem de gedroomde nalatenschap: ze stimuleren jonge kunstenaars op persoonlijke wijze en zijn van blijvende betekenis voor het culturele klimaat van Den Haag.

 

Kaatje Kooij

Kaatje Kooij: ‘Een keuze vanuit mijzelf’

In dit voorjaar werd theatermaakster en winnares van de Piket Kunstprijzen Kaatje Kooij (27) benaderd door het OT Theater in Rotterdam met de vraag of zij zelf een voorstelling wilde maken. Het is iets nieuws: voor het eerst initieert, regisseert en speelt Kaatje het stuk zelf. Er zijn altijd wel ideeën, stelt ze. Dit stuk biedt haar, naar eigen zeggen, nu de mogelijkheid om zelf meer te onderzoeken en die ideeën concreet te maken.

‘Cloyne’, zo heet het de nieuwe voorstelling. Kaatje is momenteel druk bezig met de repetities en op 26 en 27 augustus staat ze met de voorstelling op het Zomerkade Festival in Rotterdam.

Het toneelstuk gaat over een vrouw die ‘s nachts niet kan slapen en door de stad een wandeling maakt. Het publiek is getuige van haar nachtelijke omzwervingen. “In de nacht lijkt het alsof de wereld meer van jezelf is”, vertelt Kaatje. “Dan kun je je eigen tempo volgen en rust vinden.”

Experiment

Voor de voorstelling werkt ze samen met schrijver en theatermaker Tommy Ventevogel. Alle tekst wordt op muziek gezet. Kaatje wilde dit al een tijdje uitproberen: theater én muziek maken. “Het is een experiment. Alle teksten die ik uitspreek, zijn gezongen of op ritme. Deze voorstelling wordt geen musical, maar je kunt het zien als een nieuwe vorm. Het kan beter omschreven worden als spoken word”, legt ze uit.

Kaatje Kooij

“Ruimte om na te denken”

Ze heeft inmiddels, naast haar eigen voorstelling, nog een aantal projecten lopen. In het najaar staat ze onder meer met NTjong weer op de planken met het toneelstuk ‘In mijn hoofd ben ik een dun meisje’ dat dan in reprise gaat. Toch was het na de uitreiking van de Piket Kunstprijzen een tijdje stil bij haar. “Ik had toen even geen werk, maar hierdoor wel ruimte om te denken over wat ik wilde doen”, vertelt ze. “Ik dacht dat ik binnen een maand wel goed zou weten wat ik wil, maar ik ben eigenlijk nog steeds op zoek.”

Kaatje komt uit een theaternest. Sinds haar achtste weet ze dat ze actrice wil worden. Haar ouders werken beiden in het theater, als acteur en regisseur en haar jongere broer volgt inmiddels ook een toneelopleiding aan de ArtEZ in Arnhem. “Theater is voor mij altijd een onderdeel van mijn leven geweest”, zegt ze. “Maar het is wel echt een keuze vanuit mijzelf. Toen ik drie maanden geen werk had, merkte ik dat ik het spelen echt begon te missen.”

Theater aan het Spui

Het prijzengeld van de Piket Kunstprijzen wil ze de komende tijd steken in het opzetten van theatrale projecten. De samenwerking met Ventevogel voor ‘Cloyne’ bekostigde Kaatje zelf; het aanvankelijke budget voor het project was niet ruim genoeg om een samenwerking mogelijk te maken.

“Ik voel dat dit een weg is die ik moet inslaan en ik maak plannen voor nieuwe projecten in de toekomst”, vertelt ze. “Die projecten zou ik graag onder de vleugels van een productiehuis willen ontwikkelen. Ik voer nu gesprekken met Theater aan het Spui.” Ze voegt daaraan toe: “Ook al woon ik in Amsterdam, in Den Haag voel ik me op mijn gemak en ik wil hier graag meer werken.”

Van Antoinette Jelgersma, jurylid toneel, kreeg ze ooit de tip om zelf op productiehuizen en theaterprogrammeurs af te stappen. “Tijdens mijn klankbordgesprek raadde zij mij aan om mij niet kleiner te maken dan ik ben. Als theatermaker moet je zelf stappen ondernemen. Met programmeurs en productiehuizen in gesprek gaan en ze uitnodigen voor je voorstellingen.”

In de periode dat ze het rustig had, voelde ze een bepaalde onzekerheid: “Als maker vind ik twijfel en onzekerheid mooie eigenschappen, maar als mens kunnen ze nog weleens in de weg zitten.” Nu wil Kaatje vooruit: “Door de twijfel en onzekerheid te erkennen en te kijken naar wat ik zelf het liefste doe, merk ik dat die eigenschappen een kracht kunnen zijn in mijn werk.”

Juryoordeel
“Kaatje Kooij is authentiek, serieus en ook bescheiden, poëtisch en fijngevoelig. Daarnaast is ze eigenzinnig en soms dwars. Ook zoekt ze het experiment op door buiten de gebaande paden te treden en verwerkt ze daarin een vleugje eenzaamheid. Zo werkte ze bijvoorbeeld aan thema’s die voor haar erg delicaat bleken, dat getuigt van kracht. Het afgelopen jaar is ze hard doorgegroeid naar een volwassen actrice”, aldus de jury.

Alice Godfrey NDT

Alice Godfrey: ‘Ik ben het gereedschap van de choreograaf’

Als danseres beschouwt Alice Godfrey zichzelf als het ‘gereedschap’ van de choreograaf. “Je bent een middel waarmee de choreografen bereiken wat zij voor zich zien”, zegt ze. Ze danst momenteel bij het Nederlands Dans Theater 2 (NDT 2) en won vorig jaar de Piket Kunstprijs voor de discipline dans. Onlangs kreeg ze een contract bij NDT 1.

Ze is momenteel te zien in het dansprogramma Smoke and Mirrors van NDT 2. Alice kwam in 2014 bij het gezelschap, dat een springplank is voor het grotere gezelschap NDT 1. Het was voor haar het begin van haar professionele danscarrière. “Het is werkelijk geweldig om hier te mogen starten”, vertelt ze. “Dit is heel belangrijk voor mij als professioneel kunstenaar.” Voordat ze naar Den Haag kwam, volgde ze twee dansopleidingen in Zuid-Afrika en Canada.

Contract bij NDT

De jonge dansers van NDT 2 krijgen doorgaans een contract voor drie jaar. De doorstroom naar NDT 1 is iets waar iedere danser bij NDT 2 van droomt, maar het is niet vanzelfsprekend, stelt Alice. Ze legt uit dat het ook afhankelijk is van de contracten die er zijn bij NDT 1. Anders moeten dansers zich richten tot andere gezelschappen en daarvoor audities doen of als freelancer verder gaan.

Onlangs werd die droom werkelijkheid voor Alice, ze kreeg een contract bij NDT 1. “Ik ben echt ontzettend blij! Het is een soort bevestiging van de kwaliteit van je werk en ik ben trots dat ik deze mogelijkheid krijg.” Voordat ze wist dat ze het contract zou krijgen, dacht ze veel over haar toekomst na. “Ik heb altijd wel gedacht dat ik richting NDT 1 kan doorstromen, maar ik heb zelf ook een wat onrustig karakter. Ik heb soms het idee dat ik op een gegeven moment mijn omgeving moet veranderen. Een nieuwe stad, nieuwe mensen. Het is zoiets als een andere jas aantrekken.”

Het krijgen van een contract bij het “volwassen gezelschap” NDT 1, zoals ze het omschrijft, geeft Alice een “gevoel van vooruitgang” en weet dat rusteloze stemmetje in haar hoofd voorlopig te temperen, zegt ze. “Ik ben straks omringd door een andere groep geweldige collega’s en ga werken met een andere artistieke leiding.” In welke choreografieën ze vanaf september te zien zal zijn, is nog onbekend.

Alice Godfrey NDT

Alice Godfrey (midden, top) danst in ‘The Grey’ van Imre van Opstal & Marne van Opstal
(onderdeel van Smoke and Mirrors NDT 2). Foto NDT / Rahi Rezvani

Het lichaam vs. het creatieve proces

Voordat ze de overstap maakt, heeft ze nog een vol programma voor de boeg met NDT 2. Behalve dat ze verschillende avonden in de week de voorstelling danst, is ze druk bezig met de repetities van bestaande stukken voor andere (internationale) tournees en voorstellingen. Ze leerde de afgelopen jaren hoe ze zich een weg moest banen door een seizoen. “Het gaat niet om het eindresultaat, maar je leert hoe je altijd kunt werken en het creatieve proces in iedere repetitie kunt inpassen. Je moet het kunnen bijhouden als danser,” zegt Alice. “Het is enerzijds je lichaam onderhouden als een topatleet, anderzijds moet je ook je creativiteit blijven voeden en geïnspireerd blijven.”

Smoke and Mirrors

Ze is blij dat ze bij NDT 2 de mogelijkheid heeft gekregen om met veel bijzondere choreografen samen te werken. In het Smoke and Mirrors-programma danst ze bijvoorbeeld in ‘Sarah’, een choreografie van Sharon Eyall die ze erg bewondert. Daarnaast danst ze ook mee in een stuk van de jongere choreografen Marne en Imre van Opstal. Imre was in 2014 genomineerd voor de Piket Kunstprijzen en danste bij NDT 2 toen Alice bij het gezelschap kwam. “Ik ken haar als collega en zij was eigenlijk een van de eerste personen waar ik visueel veel van leerde”, vertelt Alice. “Zij was heel inspirerend door haar manier van bewegen. Het is heel gaaf om dus nu met haar te werken en ik heb het gevoel dat ik haar bewegingstaal goed begrijp.”

“Iets dat je met elkaar deelt”

Welk gevoel ontstaat er als ze als danseres kan opgaan in het werk van een choreograaf? “Je raakt zo betrokken bij het creatieve proces”, legt Alice uit. “Iedereen wil in het werk dat ze doen vaak iets bereiken voor zichzelf, maar soms heb je ook de mogelijkheid om daar voorbij te kijken en te zien dat je deel uitmaakt van iets dat veel groter is. Het is iets dat je met elkaar deelt: een collectieve gedachte waarbij iedereen naar iets groters werkt.” Binnen de kaders die de choreograaf maakt, is er ook ruimte voor haar eigen creativiteit, merkt ze op: “Als danser heb je ook de ruimte om creatief te zijn want je moet bijvoorbeeld zelf invulling geven aan een personage. Wat je erin stopt, haal je er uiteindelijk ook uit.”

Oordeel van de jury in 2016
“Alice is een magnetische toneelverschijning. Ze is een absolute blikvanger met een intrigerende, intense uitstraling, die tegelijk speels en raadselachtig is. Haar talent is evident, ze heeft het lijf en een gezonde dosis gekte. Ze weet met haar interpretatie de choreografie altijd iets extra’s te geven.”

Foto bovenin: NDT / Joris-Jan Bos

piket_2016_debbie_young

Debbie Young: “Alles wat ik doe, is verbonden met mijn werk”

Explosief, maar ook kwetsbaar en persoonlijk. Zo werd haar werk omschreven door de jury van de Piket Kunstprijzen. In november mocht Debbie Young de prijs in de discipline schilderkunst in ontvangst nemen. Inmiddels woont en werkt de Schotse kunstenares in Glasgow, maar ze heeft in Den Haag een meer dan goede indruk achtergelaten.

Na de uitreiking van de Piket Kunstprijzen werd Debbie gevraagd om in de Haagse galerie Vonkel haar eerste solo-tentoonstelling op te zetten. Het was haar eerste expositie na haar afstuderen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK). “Ik wilde nieuw werk creëren en ook minimalistische kunstwerken maken die een explosieve uitkomst bieden’’, vertelt ze.

Ze is vrolijk, praat gemakkelijk en honderduit. Niet alleen over haar werk en plannen, maar ook over hoe ze nadenkt over de hedendaagse politiek en maatschappij. Ze wil haar verbeelding en creativiteit inzetten om haar gedachtes daarover te uiten. “Alles wat ik doe, is verbonden met mijn werk’’, zegt ze.

Sid Young

In de woonkamer van haar nieuwe appartement in Glasgow is ze bezig met de opzet van een nieuwe tentoonstelling. Het is een project voor het Glasgow Open House Arts Festival waar ze met haar kunstenaarscollectief Sid Young aan deelneemt. “Ik ben heel erg bezig geweest met de vraag: wat is een huis”, legt ze uit. “Een huis is een plek waar je denkt volledig de controle te hebben. Het is een plek waar je jezelf barricadeert met alle spullen die je graag om je heen wilt hebben. Iedereen creëert zo zijn eigen grenzen.”

Samen met Katerina Sidorova, die ze leerde kennen op de KABK, richtte Debbie Sid Young op om een verbinding te leggen tussen Schotse en internationale kunstenaars. Ze organiseren tentoonstellingen, maar ook debatten en lezingen. Daarnaast timmert Debbie ook solo verder aan de weg en heeft ze veel plannen voor komend jaar: er lopen gesprekken over een nieuwe tentoonstelling in Den Haag, in de zomer betrekt ze een residentie in Letland met andere internationale kunstenaars en ze is bezig met een beurs om in het najaar naar Uruguay te gaan om daar een project op te zetten.

Expressiever

Hoewel haar leven en kunstenaarschap in haar eigen optiek verweven zijn, sloeg Debbie na de middelbare school niet direct de weg op richting een kunstopleiding. Eerst volgde ze een studie psychologie voordat ze op haar 21e besloot om zich aan te melden voor de KABK. “Ik had het gevoel dat als ik hier serieus mee aan de slag wilde gaan, ik mijn omgeving moest veranderen”, zegt ze. In Nederland werd ze naar eigen zeggen expressiever.

In het jaar dat ze afstudeerde, won ze ook de Piket Kunstprijs voor schilderkunst. Wat betekende het voor haar? “Met het prijzengeld heb ik gereedschappen kunnen aanschaffen die een leven lang meegaan’’, zegt ze. Daarnaast kocht Debbie ook een oven om haar kleiwerk in te bakken. “Mijn leven zou nu heel anders zijn als ik de prijs niet had gewonnen. Veel van mijn studiegenoten hebben het moeilijk of maken geen kunst meer omdat ze daar niet van kunnen rondkomen”, aldus Debbie. Behalve de financiële armslag die het winnen van de prijs heeft opgeleverd, merkt ze ook op dat het haar zekerder heeft gemaakt: “Dit heeft mij ook het gevoel gegeven dat ik serieus word genomen als kunstenaar.”

Debbie

De Slaapkamer van Debbie tijdens het Glasgow Open House Arts Festival

Oordeel van de jury in 2016
“Debbie Youngs werken kennen zowel een letterlijke als figuurlijke gelaagdheid, waarbij elke laag de vorige relativeert of deels aan het oog onttrekt. Soms gaan de werken op in een getransformeerde ruimte, soms zijn het individuele objecten aan een witte muur. Hiermee spoort Debbie de beschouwer aan steeds op een andere manier te kijken. Het resultaat is explosief, maar ook kwetsbaar en persoonlijk”, aldus de jury.

Rutkay Özpinar en Karel van Laere op Cadance festival

In de voorstelling 4×4 – The Fellowship of the Dance tijdens CaDance Festival zijn de performances te zien van Rutkay Özpinar en Karel van Laere. In 2014 waren zij allebei genomineerd voor de Piket Kunstprijzen. Waar staan ze nu, bijna drie jaar later?

“Ik voelde mij toen net nog een kind”, zegt Rutkay als hem wordt gevraagd hoe hij terugkijkt op zijn nominatie in 2014. “Ik was net gestopt bij De Dutch Junior Dance Division en ging mijn eerste choreografie bij Korzo maken.” Zijn nieuwste choreografie Recognition of the Species, die hij opvoert tijdens 4×4, is inmiddels zijn vijfde creatie die hij maakt binnen het dansgezelschap Korzo.

Ook Karel, die in 2014 werd uitgeroepen tot winnaar in de categorie Toneel, timmerde de afgelopen jaren verder aan de weg. Toen hij in 2014 de Piket Kunstprijs won, was hij in Taiwan. Nog steeds reist hij veel op en neer: “Het werk dat ik in Nederland maak, doet het goed in Taiwan, China, Japan en Korea; het werk dat ik daar maak, doet het juist hier goed.”

Verlamming en stagnatie

“Dit voelt als mijn eerste solovoorstelling”, zegt Karel. In het The Hague International Centre of Civic Hacks (ICX) toont hij drie werken: Slow Rise, Paralysis en zijn meest recente werk Largo. In Largo ziet de bezoeker hem bewegingsloos liggen terwijl hij door een onzichtbare kracht van links naar rechts wordt gesleept. Welke boodschap zit daarin? “Ik laat het aan de kijker”, vertelt hij. “Sommige mensen herkennen er een reactie op de vluchtelingenproblematiek in, anderen denken dat het over de dood gaat, terwijl er ook mensen zijn die het vooral humoristisch vinden.” Hij voegt daaraan toe: “Mijn andere werken sturen wel wat meer.”

Ook in zijn werk Paralysis ziet het publiek Karel stilliggen om verlamming proberen te ervaren: hij lag 24 uur vast op een tafel en kon hij zich niet bewegen. “Die fascinatie voor verlamming en stagnatie komt eigenlijk voort uit het feit dat ik juist heel erg van bewegen houd”, legt hij uit.

In 2014 was het zijn droom om grenzen te doorbreken, tussen kunstdisciplines maar ook tussen landen en culturen: “De universele taal van mijn performances wil ik nog beter leren beheersen.” Waar staat hij nu? “Na het maken van Paralysis had ik het idee dat de weg die ik ben opgegaan, goed is”, zegt hij. “Ook weet ik nu dat ik vaker wil werken met een vooronderzoek.” Paralysis voerde hij uit in een zaal van Theater aan het Spui; de directie van het theater hielp hem daarna met het aanvragen van een makerssubsidie waar hij komende jaren nieuw werk mee kan maken.

4x4 webpic 1 - Maurice Haak & Jenny Audring

Paralysis. (Foto: Maurice Haak & Jenny Audring)

Herkenning

Rutkay maakte Recognition of the Species in november en paste recent de choreografie aan op locatie (Lutherse Kerk). “Het leverde veel op”, vindt hij. “Ik ben hiervoor twee maanden op tournee geweest. Toen ik weer met de voorstelling aan de slag ging, merkte ik dat er veel anders kon.” Hij draagt het werk op aan zijn vriend: “We herkennen zoveel van onszelf in elkaar. Er zijn veel overeenkomsten tussen ons, maar eigenlijk zien we dat in alles wat leeft. We kunnen ons rustig voelen doordat we iets herkennen, maar het kan ons ook laten schrikken.”

In 2014 was zijn ambitie om een succesvollere danser en choreograaf te worden. Daarnaast hoopte hij in de toekomst zijn eigen dansgezelschap te hebben. Hij is vandaag de dag een van de jongste choreografen van Nederland. De droom om een eigen dansgezelschap op te zetten, heeft hij nog steeds. Het liefst een dansgezelschap dat zelfvoorzienend is, niet afhankelijk van subsidie.

4x4 webpic 3 - Maurice Haak & Jenny Audring
Recognition of the Species. (Foto: Maurice Haak & Jenny Audring)

“Waar ben ik mee bezig”

Hun werk – hoe anders ook – gaat bijna altijd over beweging of juist het onvermogen om te bewegen. “Creativiteit stroomt vanuit mijn bewegingen. Met mijn creaties kan ik mij helemaal uiten en anderen meenemen in mijn belevingswereld. Het betekent heel veel voor mij”, zegt Rutkay. Karel: “Tijdens de 24 uur dat ik Paralysis opnam, kon ik juist helemaal niet bewegen. Het leidde tot ontzettend veel verveling. Als ik niets om mij heen heb, dan krijg ik juist ideeën. Die verveling heeft veel opgeleverd.” Rutkay haakt in: “Ik vind het gaaf om dit te horen. Je wordt met heel veel discipline grootgebracht, maar ik vond het bijvoorbeeld ook lastig om in de studio aan de choreografie te werken. Ik heb het thuis gedaan, in mijn kamer. Daar ontstaat creativiteit. In zo’n grote ruimte als een studio denk ik ook sneller: ‘waar ben ik mee bezig?!’” “Die gedachte heb ik ook weleens”, zegt Karel (Rutkay moet lachen). “De eerste keer dat ik mezelf van links naar rechts ging slepen, deed ik dat ook maar in mijn eentje. Ik had een plakkertje op de knop van de takel geplakt en was gaan liggen. Eigenlijk best gevaarlijk.”

Touwtjes in handen

Ze zijn vaak zowel bedenker als uitvoerder in het creatieproces. “Hoewel ik steeds meer zaken rondom mijn werk ben gaan uitbesteden, heb ik graag de touwtjes in eigen hand”, bekent Karel. Ook Rutkay herkent het: “Artiesten zijn onzekere mensen, dat is geen geheim, maar tegelijkertijd zijn we soms ook narcistisch. Dat komt volgens mij omdat je als maker zoveel creativiteit in jezelf voelt. Hij voegt daaraan toe: “Ik heb veel in mijn hoofd waarmee ik aan het werk wil. Daardoor kan ik goed functioneren als choreograaf. Ik ben ook een goede danser, maar ik heb wel het gevoel dat andere dansers mijn creatie beter kunnen opvoeren. Zelf ben ik vaak te veel bezig met het proces en het verhaal achter de choreografie.”

4×4 – The Fellowship of the Dance
De performances van Karel en Rutkay zijn t/m 12 februari te zien in 4×4 – The Fellowship of the Dance. Dit bijzondere locatieproject van CaDance laat je Den Haag op geheel onorthodoxe wijze ervaren. Dit keer leidt de wandelroute langs vier locaties in het Oude Centrum, waarvoor choreografen en kunstenaars zijn gevraagd een performance te maken. Laat je meevoeren op deze ontdekkingstocht, waar je dichtbij de artiesten komt en een uitdagend nieuw perspectief krijgt op dans en dit bruisende stadsdeel in ontwikkeling. Informatie en tickets zijn verkrijgbaar via www.cadance.nl