01 februari 2017 | Nieuws
In de voorstelling 4×4 – The Fellowship of the Dance tijdens CaDance Festival zijn de performances te zien van Rutkay Özpinar en Karel van Laere. In 2014 waren zij allebei genomineerd voor de Piket Kunstprijzen. Waar staan ze nu, bijna drie jaar later?
“Ik voelde mij toen net nog een kind”, zegt Rutkay als hem wordt gevraagd hoe hij terugkijkt op zijn nominatie in 2014. “Ik was net gestopt bij De Dutch Junior Dance Division en ging mijn eerste choreografie bij Korzo maken.” Zijn nieuwste choreografie Recognition of the Species, die hij opvoert tijdens 4×4, is inmiddels zijn vijfde creatie die hij maakt binnen het dansgezelschap Korzo.
Ook Karel, die in 2014 werd uitgeroepen tot winnaar in de categorie Toneel, timmerde de afgelopen jaren verder aan de weg. Toen hij in 2014 de Piket Kunstprijs won, was hij in Taiwan. Nog steeds reist hij veel op en neer: “Het werk dat ik in Nederland maak, doet het goed in Taiwan, China, Japan en Korea; het werk dat ik daar maak, doet het juist hier goed.”
“Dit voelt als mijn eerste solovoorstelling”, zegt Karel. In het The Hague International Centre of Civic Hacks (ICX) toont hij drie werken: Slow Rise, Paralysis en zijn meest recente werk Largo. In Largo ziet de bezoeker hem bewegingsloos liggen terwijl hij door een onzichtbare kracht van links naar rechts wordt gesleept. Welke boodschap zit daarin? “Ik laat het aan de kijker”, vertelt hij. “Sommige mensen herkennen er een reactie op de vluchtelingenproblematiek in, anderen denken dat het over de dood gaat, terwijl er ook mensen zijn die het vooral humoristisch vinden.” Hij voegt daaraan toe: “Mijn andere werken sturen wel wat meer.”
Ook in zijn werk Paralysis ziet het publiek Karel stilliggen om verlamming proberen te ervaren: hij lag 24 uur vast op een tafel en kon hij zich niet bewegen. “Die fascinatie voor verlamming en stagnatie komt eigenlijk voort uit het feit dat ik juist heel erg van bewegen houd”, legt hij uit.
In 2014 was het zijn droom om grenzen te doorbreken, tussen kunstdisciplines maar ook tussen landen en culturen: “De universele taal van mijn performances wil ik nog beter leren beheersen.” Waar staat hij nu? “Na het maken van Paralysis had ik het idee dat de weg die ik ben opgegaan, goed is”, zegt hij. “Ook weet ik nu dat ik vaker wil werken met een vooronderzoek.” Paralysis voerde hij uit in een zaal van Theater aan het Spui; de directie van het theater hielp hem daarna met het aanvragen van een makerssubsidie waar hij komende jaren nieuw werk mee kan maken.
Paralysis. (Foto: Maurice Haak & Jenny Audring)
Rutkay maakte Recognition of the Species in november en paste recent de choreografie aan op locatie (Lutherse Kerk). “Het leverde veel op”, vindt hij. “Ik ben hiervoor twee maanden op tournee geweest. Toen ik weer met de voorstelling aan de slag ging, merkte ik dat er veel anders kon.” Hij draagt het werk op aan zijn vriend: “We herkennen zoveel van onszelf in elkaar. Er zijn veel overeenkomsten tussen ons, maar eigenlijk zien we dat in alles wat leeft. We kunnen ons rustig voelen doordat we iets herkennen, maar het kan ons ook laten schrikken.”
In 2014 was zijn ambitie om een succesvollere danser en choreograaf te worden. Daarnaast hoopte hij in de toekomst zijn eigen dansgezelschap te hebben. Hij is vandaag de dag een van de jongste choreografen van Nederland. De droom om een eigen dansgezelschap op te zetten, heeft hij nog steeds. Het liefst een dansgezelschap dat zelfvoorzienend is, niet afhankelijk van subsidie.
Recognition of the Species. (Foto: Maurice Haak & Jenny Audring)
Hun werk – hoe anders ook – gaat bijna altijd over beweging of juist het onvermogen om te bewegen. “Creativiteit stroomt vanuit mijn bewegingen. Met mijn creaties kan ik mij helemaal uiten en anderen meenemen in mijn belevingswereld. Het betekent heel veel voor mij”, zegt Rutkay. Karel: “Tijdens de 24 uur dat ik Paralysis opnam, kon ik juist helemaal niet bewegen. Het leidde tot ontzettend veel verveling. Als ik niets om mij heen heb, dan krijg ik juist ideeën. Die verveling heeft veel opgeleverd.” Rutkay haakt in: “Ik vind het gaaf om dit te horen. Je wordt met heel veel discipline grootgebracht, maar ik vond het bijvoorbeeld ook lastig om in de studio aan de choreografie te werken. Ik heb het thuis gedaan, in mijn kamer. Daar ontstaat creativiteit. In zo’n grote ruimte als een studio denk ik ook sneller: ‘waar ben ik mee bezig?!’” “Die gedachte heb ik ook weleens”, zegt Karel (Rutkay moet lachen). “De eerste keer dat ik mezelf van links naar rechts ging slepen, deed ik dat ook maar in mijn eentje. Ik had een plakkertje op de knop van de takel geplakt en was gaan liggen. Eigenlijk best gevaarlijk.”
Ze zijn vaak zowel bedenker als uitvoerder in het creatieproces. “Hoewel ik steeds meer zaken rondom mijn werk ben gaan uitbesteden, heb ik graag de touwtjes in eigen hand”, bekent Karel. Ook Rutkay herkent het: “Artiesten zijn onzekere mensen, dat is geen geheim, maar tegelijkertijd zijn we soms ook narcistisch. Dat komt volgens mij omdat je als maker zoveel creativiteit in jezelf voelt. Hij voegt daaraan toe: “Ik heb veel in mijn hoofd waarmee ik aan het werk wil. Daardoor kan ik goed functioneren als choreograaf. Ik ben ook een goede danser, maar ik heb wel het gevoel dat andere dansers mijn creatie beter kunnen opvoeren. Zelf ben ik vaak te veel bezig met het proces en het verhaal achter de choreografie.”
4×4 – The Fellowship of the Dance
De performances van Karel en Rutkay zijn t/m 12 februari te zien in 4×4 – The Fellowship of the Dance. Dit bijzondere locatieproject van CaDance laat je Den Haag op geheel onorthodoxe wijze ervaren. Dit keer leidt de wandelroute langs vier locaties in het Oude Centrum, waarvoor choreografen en kunstenaars zijn gevraagd een performance te maken. Laat je meevoeren op deze ontdekkingstocht, waar je dichtbij de artiesten komt en een uitdagend nieuw perspectief krijgt op dans en dit bruisende stadsdeel in ontwikkeling. Informatie en tickets zijn verkrijgbaar via www.cadance.nl