Gevraagd naar een bestemming voor het geldbedrag van de Piket Kunstprijs die ze vorig jaar won, zegt Narges Mohammadi lachend: “Ik heb er nog niet aan durven komen.” Ze heeft overwogen een auto te kopen, “maar moet je dat wel doen, nu met die hoge brandstofprijzen?” Ze heeft ook gedacht aan reizen, bijvoorbeeld naar de plekken waar grotwoningen zijn. Die fascineren haar omdat ze zou willen onderzoeken waar en hoe het organische element, de tand des tijds en de handen van de ‘bouwers’ elkaar raken. Maar dat werd het toch niet. “Ik wacht op het goede moment, het moment dat ik zeker weet: dat is het, daar moet ik het aan uitgeven.”
Narges heeft het erg druk gehad met de ‘voortrajecten’ van maar liefst vier projecten. “De planning is een soort schaakspel dat je met jezelf speelt. Praktische haalbaarheid, materiaal, tijdschema – alles moet kloppen. En de samenwerking moet goed zijn. Ik zoek voor een project naar een bepaalde eenheid, naar iets dat één taal spreekt.” Vanwege de omvang van haar werken en het feit dat ze vaak anderen bij het maakproces betrekt, heeft ze altijd met planning te maken. “Vanwege Covid is alles een tijdlang heel staccato gegaan”, zegt ze. “Nu het allemaal soepeler loopt, kan ik groeien.”
In Narges’ juryrapport werd de samenwerking met anderen speciaal vermeld en geprezen. Voor Narges is het volstrekt vanzelfsprekend. “De gezamenlijkheid maakt dat er van alles kan ontstaan.” Als voorbeeld noemt ze Stories of belonging, een project met art space de Appel in Amsterdam Nieuw-West rond het thema ‘thuis’, waarvoor ze samenwerkte met leerlingen van het naburige Comenius Lyceum.
Stories of Belonging. Foto’s: Jimena Gauna
Het resultaat was een bank uit gips waarvan de armleuningen de vorm van ‘echte’ armen hadden en de verhalen over thuis en geborgenheid direct op het kunstwerk werden geschreven. “Dat van die armleuningen en het schrijven op het gips zou ik nooit hebben kunnen bedenken”, zegt Narges. “Vanuit het samen optrekken ontstaan nieuwe verhalen en omdat er steeds andere verhalen zijn, zijn er ook steeds andere uitdagingen. Eigenlijk is dat het allerinteressantste, maar je moet dan de mensen met wie je samenwerkt ook echt serieus nemen. Als jij de leidinggevende kunstenaar bent ‘die het allemaal al weet’, ben je alleen maar aan het aansturen. Het is dus van belang dat iedereen hetzelfde doet, dat de kunstenaar niet op een voetstuk wordt geplaatst, dat er geen machtsverhoudingen ontstaan. Vaak is het alleen al de fysieke omvang van het werk dat maakt dat ik het niet alleen af kan.”
Een ander aspect van samenwerking is het vragen van advies. Als voorbeeld noemt Narges de badkamer van stro die ze maakte. Ze had bedacht het stro te vermengen met lijm en die substantie dan vervolgens met beeldhouwtechnieken te bewerken. “Maar dat stro bleek moeilijk te beeldhouwen te zijn en de lijm was nogal duur. En dan ga je raad vragen.” Uiteindelijk is voor de badkamer een soort weeftechniek gebruikt en Narges heeft het proces daarnaartoe als enorm boeiend ervaren.
Badkamer van stro. Foto’s: Erik Kamaletdinov
Narges maakt werk dat veel mensen zouden omschrijven als ‘installaties’. Toch omschrijft ze zichzelf als beeldhouwer. Misschien dat ze daarom ook zo gehecht is aan Den Haag. “Den Haag is echt een beeldenstad”, zegt ze. “Heel sculptuurgericht.” Tijdens haar Amsterdamse project kwam ze er achter dat het gips dat ze nodig had binnen een straal van dertig kilometer rond Amsterdam niet te krijgen was. In Den Haag zou het haar geen enkele moeite hebben gekost. Ze vindt het wel jammer dat het aanbod van atelierruimte afneemt. “Ook binnen antikraak of leegstandsbeheer. Het is snel weg of krijgt meteen een andere functie.”
Het onderwerp atelierruimte doet haar mijmeren over de vraag hoeveel ruimte kunst letterlijk mag innemen. “Als je hele grote werken maakt, heb je een verantwoordelijkheid voor hoe je je werk nalaat, voor wát je achterlaat.” De beeldhouwer is bij uitstek de kunstenaar die ‘monumenten’ schept. “Maar wat als ik vergankelijke monumenten maak? Bestaat er zoiets als een vergankelijk monument?” Dergelijke overwegingen hebben Narges ertoe gebracht haar werk Attempts for refuge uiteindelijk te ontmantelen. Van het afscheid is een film gemaakt die in juli zal worden vertoont in de tentoonstelling Strike Gently Away in Kunstverein Wagenhalle e.V. in Stuttgart en gecureerd door The Real Officers.
En dan heeft Narges nog groot nieuws. Stralend vertelt ze dat ze enkele dagen geleden werd gebeld met de mededeling dat ze de Charlotte van Pallandt Prijs heeft gewonnen, een aanmoedigingsprijs voor jonge beeldhouwers in Nederland die door de beroemde naamgeefster zelf in het leven is geroepen. Daarnaast is ook het aan de Charlotte van Pallandt Prijs gelieerde Stokroos Sculptuur Stipendium aan Narges toegekend. Opnieuw een ‘Haagse’ prijs voor Narges, dus, die net als de Piket Kunstprijs, haar artistieke kwaliteiten wil eren en vieren.
Tekst: Anna Beerens
Foto: Hessel Waalewijn