24 oktober 2024 | Nieuws
Danser Kenji van Nieuwenhuizen heeft een vast contract binnengesleept bij het bekende dansgezelschap Conny Janssen Danst. Hij repeteert momenteel voor de bijzondere voorstelling Normality No More die op vrijdag 20 december in première gaat bij Theater aan de Schie in Schiedam. “Dansen is voor mij echt een uitlaatklep”, zegt Kenji.
“Het gaat om een herziening van Schuberts Winterreise, de bekende opera van Frans Schubert”, zegt Kenji. Conny Janssen Danst bundelt de krachten met het Amsterdamse theatergezelschap Via Berlin en het Ragazze Quartet. Moderne dans, muziektheater en klassieke muziek smelten samen in deze bijzondere voorstelling waar zeven dansers, waaronder Kenji, aan meedoen. “We gaan als dansers ook onze stem gebruiken en zingen. Dat is superspannend”, zegt Kenji. “Het gaat om een multidisciplinaire samenwerking. Dansers, muzikanten en een acteur staan samen op het podium.”
In de oorspronkelijke Winterreise legt de hoofdpersoon een eenzame, winterse reis af nadat zijn liefde hem verlaten heeft. Op zoek naar innerlijke rust, maar gekweld en achtervolgd door herinneringen, blijft hij vertwijfeld achter op het ijs. Normality No More gooit het over een andere boeg. De voorstelling is een ode aan het neurodivergente brein en een oproep tot begrip en empathie voor mensen die de wereld anders ervaren dan de grote massa. Denk aan mensen met autisme of adhd. “Iedereen heeft een verschillend brein”, zegt Kenji, die dit jaar stageliep bij Conny Janssen Danst en nu dus een vaste aanstelling heeft voor een jaar.
Afgelopen zomer danste hij ook in een voorstelling van het Rotterdamse gezelschap op De Parade. “Heel zwaar, maar ook supervet om te doen.” Kenji was te zien in Another Moment Ago van het Noors/Nederlandse makersduo Marta & Kim. Zij creëerden een bijzondere choreografie voor drie dansers: een kruising tussen circus en dans. Juist die hele fysieke voorstellingen vindt van Nieuwenhuizen heel interessant. “Ik houd van extremen.” In de dansstudio kan Kenji helemaal zichzelf zijn. “Dan valt het filter weg dat je in het dagelijks leven opzet. Als ik een impuls krijg om te bewegen, kan ik dat ter plekke doen. Op straat is dat natuurlijk een beetje gek.”
Kenji omschrijft zichzelf als een ‘fysieke en eerlijke danser’ die zich niet toelegt op een specifieke stijl. “Ik hou van vloerwerk en gebruik mijn handen graag als benen. Ik zou mezelf niet omschrijven als een technisch perfecte danser, wel als een gevoelsdanser. Ik wil mezelf de komende jaren wel graag verder ontwikkelen op dansgebied. Zo zou ik ook meer met acrobatiek willen doen.” Rond zijn twaalfde begon de geboren Hagenaar met een mix van theater en dans. “Daarnaast had ik ook veel andere hobby’s, zoals voetbal.” In zijn tweede jaar van de Fontys-dansopleiding in Tilburg die hij op latere leeftijd volgde, dook hij in zijn familiegeschiedenis voor een persoonlijke danssolo. Zijn opa startte in 1937 een van de oudste gevechtskunstscholen in Den Haag: The London School of Sport. Hij bekeek veel video’s uit het verleden en ‘voelde een connectie toen ik de vechtkunstbewegingen zag’. “Ik vond het heel interessant om in het verleden te duiken. Mijn opa heeft ook veel boeken met illustraties geschreven.” In de toekomst lijkt het hem mooi om deze danssolo verder uit te werken.
Hoe en wanneer de Piket dansjury Kenji spotte, weet hij niet. “Daar ben ik wel nieuwsgierig naar. “Ik voel me heel erg vereerd. Het eerste wat ik dacht was dan ook; ‘waarom ik?” Als Kenji danst doet hij dat in principe voor zichzelf. “Maar ik vind het fijn om te kunnen delen. Dans is een belangrijke kunstvorm in mijn ogen. Iedere danser is uniek: iedereen heeft een ander lichaam of andere techniek.” Kenji geeft ook dansles in Den Haag. “Vlakbij de dojo van mijn vader aan de Groot Hertoginnelaan die nog steeds bestaat.”
Blijven dansen is zijn toekomstdroom. “Ik hoop ook meer eigen werk te maken als choreograaf. Bij Conny Janssen Danst ontwikkel ik mij niet alleen als danser, maar ook als maker. Ik heb veel interesse in de dialoog tussen danser en choreograaf”, aldus Kenji.
Tekst: Tanja Verkaik
Foto’s: Dana LaMonda