Sander Uitdenbogaard maakt dit jaar plaats voor een nieuwe juryvoorzitter voor de Piket Kunstprijzen. We blikken terug op zijn juryvoorzitterschap van het afgelopen jaar. “De groep juryleden was empathisch, gaf elkaar de ruimte en dacht met elkaar mee.”
“Het is als voorzitter je rol vooral het proces in goede banen te leiden. Daarbij moet je kunnen loslaten en genieten van de inbreng van andere kunstdisciplines.” Dat advies kreeg hij van een bekende voor zijn allereerste juryvoorzitterschap. “Als je het zou vergelijken met bedrijven en hoe je daarbinnen werkt, moet je in dit geval meer ruimte geven en niet te directief zijn.”
Sanders museumcarrière begon bij het Museum voor Realisme in 2009, vanaf 2012 werkte hij voor Panorama Mesdag als directeur. Sinds begin 2017 is hij directeur van het Mauritshuis. Maar hij kwam via een omweg in de culturele sector terecht. Na een studie marketing in Amsterdam en bedrijfskunde in Nijmegen, kwam hij terecht bij Nationale Nederlanden en de internationale verzekeringstak van ING.
Tijdens zijn werkreizen begon de oude voorliefde voor kunst toch aan hem te trekken. Hij besloot kunstgeschiedenis in deeltijd te gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam: “De interesse was er altijd al. Op een gegeven moment begon het te kriebelen en wilde ik er meer van weten. Maar dan wilde ik het ook goed doen, met een studie in plaats van een cursus, omdat je dan een veel breder palet voorgeschoteld krijgt.” Het bezorgde hem onmetelijk veel plezier. “Dan heb je een hele dag gewerkt, ben je vermoeid en mag je de collegebanken in. Daar krijg je nieuwe energie van.”
Tijdens zijn juryvoorzitterschap was Sander vooral benieuwd of de vakjuryduo’s alleen in hun eigen straatje keken of ook verder. “Ik heb niet het idee dat de juryleden alleen maar in hun eigen vijver kijken, maar dat ze wel heel goed weten wat er rondloopt in de andere kunstdisciplines.” De aanpak van de juryleden bekoorde hem ook: “Het was leuk om te horen dat ze naar allerlei presentaties gingen en behoorlijk op de hoogte waren wat er aan talent is.”
Hij lette ook op interactie tijdens de vergaderingen. “De vakjuryleden gaven niet altijd zozeer hun mening, maar stelden elkaar wel constructief kritische vragen. Tijdens de vergaderingen moedigde hij hen daarin ook aan. “Dan trigger je mensen. Dat is de procesmatige kant, even kijken of iedereen voldoende aan bod komt.” En het werkt twee kanten op, legt hij uit: “Soms helpt het ook om zo tegengas voor bepaalde argumenten te krijgen. Dat is belangrijk voor de discussie.”
Verreweg het leukste aan juryvoorzitter zijn vond Sander dat zijn blik zo verruimd is. “De andere juryleden hielpen me kritischer te kijken en onderscheid te leren maken in een vakgebied waar je anders nooit zoveel mee bezig bent.” Hij heeft het gevoel dat hij die manier van kijken tegenwoordig meeneemt als hij naar voorstellingen gaat. “Ik was naar een voorstelling van het Nederlands Dans Theater en dan hoor je bepaalde stemmen terugkomen. Maar het wordt niet pathetisch en het doet geen afbreuk aan je beleving van de voorstelling. Ik kan me voorstellen dat andere vakjuryleden lijden aan beroepsdeformatie als ze naar bepaalde voorstellingen gaan. Dat is hoe ik in musea rondloop. Dat heb ik bij voorstellingen niet, gelukkig maar. Dan kun je onbevangen blijven genieten.”
Toekomstige juryleden en voorzitters van de Piket Kunstprijzen doen er volgens Sander goed aan om zich ook echt te verdiepen in alle genomineerden. Hij had zelf vooraf niet verwacht dat hij de diverse disciplines zoveel beter zou gaan begrijpen: “Toen we bezig waren met de longlist, vond ik het leuk om thuis de verschillende kandidaten langs te gaan en te bekijken wat ze nog meer doen. Daardoor kun je de overwegingen en commentaren van de andere juryleden beter plaatsen.”
Soms verschillen vakjuryduo’s onderling qua voorkeur, de vergadering beslist altijd gezamenlijk. Dan kan het juist nuttig zijn, denkt Sander, om verder te kijken dan je eigen discipline. “Ik denk dat het een valkuil zou zijn als je je als jurylid alleen richt op je eigen discipline en toevallig meekijkt aan de andere kant. Zo maak je het ook leuker voor jezelf en kun je er meer uithalen.”
Sander is door de Piket Kunstprijzen vooral geïnspireerd geraakt om meer te kijken naar jong talent. “Ik merkte dat ik er niet veel oog voor heb. Als jonge, onbekende gezelschappen ergens werden aangekondigd, zoals bijvoorbeeld Toneelgroep Oostpool, ging ik er niet heen. Nu zou ik dat sneller wel doen, omdat je ziet hoeveel kwaliteit en talent er is.”
Sander zou het ook mooi vinden als de community rond de Piket Kunstprijzen uitgebouwd wordt. “We zagen het tijdens de Museumnacht in 2015, toen de genomineerden in Panorama Mesdag bekend gemaakt werden. Daar hoorde ik van zoveel mensen die de Piketprijzen nog niet kenden hoe leuk ze het vonden. Die multidisciplinaire aanpak en de focus op ‘echt’ jong talent. De voedingsbodem is er.”