23 juni 2016 | Nieuws
2015 was met het recht het prijzenjaar van Lennart Lahuis (schilderkunst, 2015). Vlak voordat hij de Piket Kunstprijs in de wacht sleepte, won hij al de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst. Zijn tentoonstelling ‘Navigation’ bij de Haagse galerie DürstBritt & Mayhew zorgde naar eigen zeggen voor zijn nominaties. Zijn Piket-sculptuur staat nog altijd pontificaal bij de ingang van zijn galerie. “Hij was zo zwaar, ik durfde hem niet mee te nemen in de trein.”
De prijs
De twee geldbedragen die Lahuis won – bijna 15.000 euro bij elkaar – gaven hem wat rust. “Dan hoef je er even niet bij te werken.” Lahuis bevond zich al even in zo’n gunstige positie, vanwege de verkoop van een aantal andere werken. De afgelopen tijd heeft hij zich fulltime kunnen richten op zijn kunst en het maken van nieuw werk. Ook heeft hij voor het eerst speciale fotolijsten laten maken voor de presentatie van zijn werk op Art Rotterdam afgelopen februari.
De vakjury
Het gesprek met vakjuryleden Maarten Demmink en Edwin Buijsen vond plaats in Lahuis’ galerie. In eerste instantie was Lahuis er niet zeker van dat hij in de categorie schilderkunst thuishoorde. “Ik voel me niet per se schilder, zo zie ik mezelf niet. De waswerken zou je als schilderkunst kunnen zien.” De juryleden zagen hem aan het werk toen hij zijn waterteksten op de vloer maakte. “Daar werk ik wel met een penseel. Dus ik dacht: ohja, ik gebruik wel de middelen.”
De juryleden hebben zich niet in de rol van mentor geworpen, zo wilde Lahuis dat ook niet. Hij vindt het wel fijn om een klankbord te hebben. “Het is heel behulpzaam om met mensen over mijn werk te praten. Nu praat ik met galeriehouders over mijn werk, of ik krijg studiobezoek van curatoren. Tentoonstellen werkt ook een beetje zo. Dan heb je ook een soort klankbord van andere mensen die wel of niet geïnteresseerd zijn in wat ik doe.”
De toekomst
Dankzij Lahuis’ twee verzilveringen kon hij een recente duo-tentoonstelling met de Nederlandse kunstenaar Willem Oorebeek vormgeven voor de Parijse projectruimte Shananay. Het werk van Lahuis en Oorebeek overlapt. Lahuis werkt met bijenwas om beelden te verhullen, en water om tekst te laten verdampen. “Ik probeer tekst en beeld altijd onstabiel te maken.” Oorebeek doet dat voor de serie ‘Blackouts’ met zwarte lithografie op tijdschriftbladzijdes. “De steen als printplaat”, legt Lahuis uit. “Hij werkt al meer dan tien jaar aan het uitbreiden van deze serie. Het is een hele minimale manier om beelden weg te halen, en deze moeilijker toegankelijker te maken.”
Momenteel is Lahuis bezig met nieuw werk, op basis van inktrollen. “Daaromheen rol ik een mat, die ik gebruik om een in lijm en water gedoopte afbeelding op de muur gecontroleerd kapot te rollen.” Zoals vaker in Lahuis’ werk draait het om de fysieke interactie tussen tekst en beeld.” Hiervan was in Shananay een eerste versie te zien. Het vervolg is in september op fotografiebeurs Unseen in Amsterdam te zien.