De Haagse kunstenares Yke Prins maakt dit jaar de Piket award. Yke’s bronzen pluim is niet alleen bedoeld om neer te zetten en van een afstand te bewonderen. Het dertig centimeter hoge beeldje kan van de albasten sokkel worden genomen en heeft een slim greepje waarmee het kan worden vastgehouden. Yke: “De winnaars kunnen zo, heel simpel gezegd, zichzelf een pluim geven.”
“Als kunstenaar kom je steeds momenten tegen waarin het werkproces zuiver geloof in jezelf vraagt”, legt Yke uit. “Ik weet diep van binnen heel goed waar mijn kracht ligt. Maar altijd zijn er weer die momenten dat ik bij mijzelf voel dat ik de simpele keuzes niet maak of net die nodige stappen in het proces niet kan vinden omdat er van alles aan mij trekt. Twijfel, eisen van de omgeving, trends in de kunst waarvan ik wars zou moeten zijn. Er is dan maar één oplossing. Voor jezelf gaan staan en jezelf een pluim geven. Je bent goed zoals je bent en precies daar ligt je kracht! Wanneer de jonge winnaars in latere jaren vastlopen en twijfel of wanhoop de overhand krijgen, dan hoop ik dat ze het beeldje van de sokkel zullen nemen, de vingers van de rechterhand in de magisch gaten zullen steken en tegen zichzelf zullen zeggen: ‘Ik verdien deze Pluim’.”
Foto’s: Yke Prins
Yke’s ontwerptekeningen en het wasmodel laten zien hoe het werkt. De Pluim wordt uitgevoerd in gepolijst brons en voorzien van een sokkel van geel albast met daarop een messing plaatje met gegraveerde tekst. Yke maakt voor de bronzen pluimen en hun albasten sokkeltjes ook een houten kistje en een getekende handleiding voor het ‘gebruik’.
De Piket award betekende voor Yke een welkome opdracht. De pandemie maakte een ruw einde aan veel van haar activiteiten. Ze werkt graag samen met beeldentuinen en reist, onder normale omstandigheden, heel Europa door om haar beelden af te leveren en betrokken te zijn bij de plaatsing ervan. Dat viel natuurlijk allemaal stil. Ook haar tentoonstelling OER, die zij dit voorjaar had ingericht bij Pulchri Studio, heeft nooit de deuren kunnen openen. “Het brengt je tot de vraag: bestaat kunst wel als niemand er naar kijkt?” zegt ze filosofisch. “Je maakt het object om het weg te geven. Het gaat naar buiten en doet zijn werk. Je geeft het een leven waar je geen invloed meer op hebt.”
Naast de opdracht voor de Piket Kunstprijzen kreeg ze een opdracht van natuurcosmeticabedrijf Weleda, dat dit jaar 100 jaar bestaat. “Ook daar was ik erg blij mee,” zegt Yke. “En gelukkig heb ik tijdens de Corona-crisis ook nog werk verkocht.”
Wat het allemaal niet makkelijker maakte, waren de zorgen die Yke heeft om haar atelier in de voormalige bollenschuur van landgoed Clingendael. Veel van de ‘opstallen’ van het landgoed zijn in de loop der jaren als atelier ter beschikking gesteld aan kunstenaars. De schrik was groot toen bleek dat de ateliers op een lijst staan van gebouwen die de gemeente zou willen verkopen. “Het park heeft een lange ateliertraditie,” zegt Yke, “en het brengt mij dicht bij mijn inspiratie; de natuur.” Ze werkt al tien jaar in dit atelier en gebruikt hout uit het bos voor haar sculpturen. Bovendien had ze een bijzondere band met de beeldhouwster Thérèse de Groot-Haider (1930-2011) die ruim dertig jaar in de bollenschuur werkte. Voor Yke betekent het pijn en onrust. Ze kan alleen maar hopen dat de gemeente tot andere gedachten komt.
Yke’s verbondenheid met Den Haag maakt de situatie extra wrang. Ze studeerde aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten, was zes jaar actief in het bestuur van Pulchri Studio en de eerste vrouwelijke voorzitter van Pulchri. Momenteel is ze lid van het bestuur van het European Sculpture Network. “Actief in je eigen vakgebied meedenken en organiseren is iets wat ik alle jonge kunstenaars aanraad,” zegt Yke. “Je leert er veel van en kunt iets inbrengen in het kunstenveld. In feite creëren kunstenaars voor een deel ook hun eigen mogelijkheden.”
Dit jaar maakt Yke’s werk deel uit van de expositie Voorhout Monumentaal 2021. Een van Yke’s monumentale stalen werken siert sinds kort de hal van het gebouw van de Hoge Raad. Met veel plezier doet zij, naast haar beeldenpraktijk, educatief werk bij het Kunstmuseum, Beelden aan Zee en Escher in het paleis. “Het houdt me met twee benen op de grond, genereert inkomen en doet me steeds reflecteren op de interactie tussen kunst en publiek.”
Als je bijna veertig jaar in het beeldhouwvak zit, vinden je werken uiteindelijk de plekken waar ze het meest tot hun recht komen. “Voor mij zijn dat botanische tuinen en buitenexposities. Voor beelden heb je daar het mooiste licht en je kunt de relatie tussen object en natuur een wezenlijke rol geven.” Met haar werk door Europa reizen en samenwerken met de meest prachtige tuinen is Yke’s passie; ze heeft beelden geplaatst in het Verenigd Koninkrijk, België, Duitsland, in Spanje en in Japan. Veel van haar werk heeft te maken met groei, beweging en de levensenergie van de natuurlijke cycli – de opeenvolging van de seizoenen, eb en vloed, kiemen en bloeien. Ze werkt in hout, steen, brons en staal en maakt zowel kleine sculpturen als monumentale objecten voor de openbare ruimte. Haar werk is sterk materiaalgericht. “Ik ben nooit wat je noemt een ‘boetseerder’ geweest, maar heb me altijd door de rauwe stukken materiaal laten leiden. Het materiaal is voor mij taal en emotie. Vanuit de relatie met het materiaal ontstaan de mogelijkheden.” Een andere inspiratiebron vormt het lijnenspel van de Japanse kalligrafie, dat Yke vrij en onbevangen vertaalt naar driedimensionale objecten vol ritme en beweging.
Die energie is ook aanwezig in de Pluim en Yke hoopt dat de winnaars dat zullen voelen. “Processen kunnen zo kwetsbaar zijn,” zegt ze. “Het stemmetje van de twijfel in jezelf, de druk van de buitenwacht. Maar je moet dat stemmetje negeren. Je moet rustig blijven geloven in wat jij zélf wilt vertellen. Dan komt het goed. Dat geloof in jezelf, die pluim voor jezelf is alles wat nodig is.”
Meer infomatie over Yke Prins vind je hier.
Foto award: Wisse van de Guchte