De Haagse kunstenaar Kim David Bots maakt dit jaar de Piket Award. Voor elk van de winnaars is er een uniek ‘ritueel object’ met daarbij een tekst die het zogenaamde gebruik of de fictieve voorgeschiedenis van het object omschrijft, of een instructie bevat. “De mogelijkheid dat je een object bezit waarmee je een ritueel zou kunnen uitvoeren, maakt verschil”, zegt Kim.
“Rituelen zijn in wezen een soort gewoontes”, zegt Kim. “Het herhalen van handelingen is op zichzelf al van betekenis.” In die zin zou je de kunstenaarspraktijk kunnen zien als een ritueel. “De vraag wat iets betekent, is heel intimiderend, zeker voor jonge kunstenaars. Dan heb je nog het gevoel dat je daar een helder antwoord op moet geven, maar eigenlijk is die betekenisvraag helemaal niet zo relevant. Er zijn immers ontelbare mogelijke betekenissen. Ik denk dat veel makers ook niet zo eenduidig denken over wat hun werk zou moeten betekenen.” Je afvragen of er wel iemand zit te wachten op wat je maakt, lijkt hem geen goed uitgangspunt. “Belangrijker is, denk ik, noodzaak en het herkennen daarvan. Waarom voel je een bepaalde noodzaak om dingen te doen en hoe geef je die noodzaak concreet vorm? Als je genoeg tijd in je praktijk stopt, ga je vanzelf herkennen waar die noodzaak zit en hoe je ermee om moet gaan.”
Hij heeft het gevoel dat Frederik Hendrik Piket dat begreep: “Als kunstenaar heb je tijd nodig om erachter te komen wat noodzakelijk voor je is. Door werk te kopen, gaf Piket mensen de mogelijkheid om dat te doen. Dat vind ik een hele mooie positie voor een verzamelaar. Volgens mij was Piket helemaal niet zo bezig met de prestige van de objecten die hij verzamelde, maar probeerde hij gewoon de praktijk van bepaalde makers te ondersteunen.”
Schetsen van de award. Foto: Kim David Bots
Het idee voor de prijs begon met een anekdote over de beroemde Deense natuurkundige Niels Bohr. Bohr ging vaak naar een huisje op het platteland waar boven de deur een hoefijzer hing. Een vriend die op bezoek kwam, moest erom lachen: “Kom zeg, je bent wetenschapper! Je gelooft toch niet in dat ding?” Het antwoord van de Nobelprijswinnaar: “Nee, maar ik heb gehoord dat het werkt, ook als je er niet in gelooft.”
Kim ziet rituele objecten als voorwerpen die een verhaal proberen te vertellen, voorwerpen met agency (voorwerpen die iets in beweging zetten). De reactie van Bohr laat zien dat je simpelweg open kunt staan voor die agency. Wie weet wat zo’n voorwerp op gang brengt? “De mogelijkheid dat je een object bezit waarmee je een ritueel zou kunnen uitvoeren, maakt dus verschil”, zegt Kim. Hij ziet elk van de voorwerpen die hij voor de Piket Kunstprijzen maakt als een dialoog tussen hemzelf en de andere makers: “Een gift in de vorm van een potentieel ritueel dat uitgevoerd zou kunnen worden bij het starten van een nieuw project, dansstuk of theatervoorstelling.”
Maakproces van de award. Foto’s: Kim David Bots
De voorwerpen zijn gemaakt van aluminium. “Ze zijn allemaal anders en elk object heeft zijn eigen gebruikslogica”, vertelt Kim. “Ik maak ze eerst van was en dat gebruik ik als basis voor een mal. Ik werk samen met Sjuul Joosen, een bevriende kunstenaar, die zelf een aluminiumsmelter heeft gebouwd. Ik had nog nooit met aluminium gewerkt. Het was iets wat ik al heel lang graag wilde en toen kwam de uitnodiging vanuit Piket Kunstprijzen.” De voorwerpen krijgen elk een kistje dat ook dienst doet als sokkel. “De objecten hebben iets archeologisch en ik heb ergens een soort fantasie dat een van die objecten dan over vijftig jaar ergens in een tweedehandswinkel opduikt en dat iemand dan denkt: ‘Wat is dit voor ding?!’”
Video van het gietproces.
Kim David Bots werd geboren in Amsterdam. Zijn werk was daar te zien bij Arti et Amicitiae, in het Paleis op de Dam en op Unfair Amsterdam. Na een residency bij Wiels Centrum voor Hedendaagse Beeldende Kunst in Brussel wilde hij aanvankelijk terug naar Amsterdam. “Maar mijn huur was daar twee keer over de kop gegaan en toen kwam ik terecht bij kunstenaarsinitiatief Billytown, hier in Den Haag. Het was bedoeld als tijdelijk, maar ik ben nooit meer weggegaan. Voor mij is Den Haag de meest prettige stad in Nederland om te zijn als mens, maar dat hangt vast ook samen met mijn persoonlijkheid. Den Haag heeft iets dorps, een kneuterig randje. En ook dat langgerekte, als een worm langs de kust, het strand. Weinig steden in Nederland worden zo beïnvloed door hun geografische locatie. Het waait altijd en in mei heb je vaak zeevlam, een mist die vanaf de zee als een spook de stad in drijft.”
In 2017 ontving Kim een PRO Invest subsidie van het Haagse kunstcentrum STROOM ter stimulering en ontwikkeling van zijn werk en kunstenaarschap. In 2018 presenteerde STROOM zijn expositie Mop Systems in hun ‘Ondertussen’-ruimte. Kim is een van de deelnemers aan de tentoonstelling Shoeglazing die nog tot 24 juli te zien is bij de Haagse galerie Dürst Britt & Mayhew. Een andere deelnemer is overigens Afra Eisma, die in 2020 werd genomineerd voor de Piketprijs in de categorie Schilderkunst. Dürst Britt & Mayhew toont momenteel ook werk van Lennart Lahuis, die in 2015 de Piketprijs won.
In Kims ruime studio in Billytown is er ook veel dat verwijst naar zijn achtergrond in illustratie. “Alle velden binnen de kunst hebben een soort academische tak die op het veld reflecteert en er kennis over produceert”, zegt Kim, “maar bij illustratie is dat heel beperkt, waardoor de waarde van illustratie vaak wordt onderschat. Illustratie is een van dé vormen waarmee beeld(taal) aan ideologieën wordt verbonden. Een voorbeeld hiervan is de stijlvorm Corporate Memphis die veelal door techbedrijven en overheden wordt gebruikt om een air van inclusiviteit, ‘groen’ en progressief denken te suggereren, terwijl veel van dit soort bedrijven in hun concrete handelen juist het tegenovergestelde doen. Daarbij komt dat illustraties in staat zijn een tekst te infecteren. Nog voordat je begint met lezen zie je, in eerste instantie, het beeld. Vervolgens lees je de tekst, vaak onbewust, door de lens van dit beeld.
Illustratie maakt gebruik van een hele wereld aan referenties die zo herkenbaar zijn dat je er nauwelijks over nadenkt. Denk aan het iconische monopoliemannetje. Een hoge hoed, een witte snor, een monocle. Dit figuurtje is inmiddels synoniem met hebzucht, macht, een problematische vorm van vastgoed als economisch middel. Het draagt meer dan honderd jaar aan referenties en verhalen in zich, die je niet per se kent, maar wel snapt. De kracht van illustratie is dat het in staat is dit soort beeldvormen te introduceren en ze vrij snel deel te maken van een collectief referentiekader. En dat alles gebeurt op een vrij non-descripte, ‘onzichtbare’ wijze.” Zijn fascinatie met de interactie tussen woord en beeld maakte dat hij inmiddels ook veel met tekst en zelfs met audio doet. Hij begint in november aan een residency bij de Jan van Eyck Academie in Maastricht, een postacademie voor kunst, vormgeving en reflectie, die kunstenaars tijd, ruimte en expertise biedt om hun artistieke praktijk verder te verdiepen. Maar Den Haag ziet hem vast weer terug.
Een schets van Kim David Bots van de award. Foto: Kim David Bots