Categorie archief: Kunstwerk van het jaar

Joep van Lieshout: ‘Gebruik de hamer wijs’

Voor de vijfde uitreiking van de Piket Kunstprijzen in 2018 maakte Atelier Van Lieshout ‘levensechte’ Piketpaaltjes van brons en aluminium. “Het gaat om verder gaan. Je slaat nu een paaltje en bakent een terrein af”, zei kunstenaar Joep van Lieshout destijds. “Het is een mijlpaal in je carrière.’’ In jubileumjaar 2023 gaat de award die ieder jaar wordt overhandigd aan alle genomineerden en winnaars, op de schop. Atelier Van Lieshout maakt vanaf dit jaar een jaarlijks terugkerende award, de Hamer. Een hamer om dat paaltje te slaan? Ja, ook. Maar Van Lieshout ziet in de hamer bovenal een instrument voor verandering. En daarom is het zaak de hamer wijs te gebruiken.

Lees verder

‘Een gift in de vorm van een potentieel ritueel’

De Haagse kunstenaar Kim David Bots maakt dit jaar de Piket Award. Voor elk van de winnaars is er een uniek ‘ritueel object’ met daarbij een tekst die het zogenaamde gebruik of de fictieve voorgeschiedenis van het object omschrijft, of een instructie bevat. “De mogelijkheid dat je een object bezit waarmee je een ritueel zou kunnen uitvoeren, maakt verschil”, zegt Kim.

Noodzaak

“Rituelen zijn in wezen een soort gewoontes”, zegt Kim. “Het herhalen van handelingen is op zichzelf al van betekenis.” In die zin zou je de kunstenaarspraktijk kunnen zien als een ritueel. “De vraag wat iets betekent, is heel intimiderend, zeker voor jonge kunstenaars. Dan heb je nog het gevoel dat je daar een helder antwoord op moet geven, maar eigenlijk is die betekenisvraag helemaal niet zo relevant. Er zijn immers ontelbare mogelijke betekenissen. Ik denk dat veel makers ook niet zo eenduidig denken over wat hun werk zou moeten betekenen.” Je afvragen of er wel iemand zit te wachten op wat je maakt, lijkt hem geen goed uitgangspunt. “Belangrijker is, denk ik, noodzaak en het herkennen daarvan. Waarom voel je een bepaalde noodzaak om dingen te doen en hoe geef je die noodzaak concreet vorm? Als je genoeg tijd in je praktijk stopt, ga je vanzelf herkennen waar die noodzaak zit en hoe je ermee om moet gaan.”

Hij heeft het gevoel dat Frederik Hendrik Piket dat begreep: “Als kunstenaar heb je tijd nodig om erachter te komen wat noodzakelijk voor je is. Door werk te kopen, gaf Piket mensen de mogelijkheid om dat te doen. Dat vind ik een hele mooie positie voor een verzamelaar. Volgens mij was Piket helemaal niet zo bezig met de prestige van de objecten die hij verzamelde, maar probeerde hij gewoon de praktijk van bepaalde makers te ondersteunen.”

Schetsen van de award. Foto: Kim David Bots

Het hoefijzer van Niels Bohr

Het idee voor de prijs begon met een anekdote over de beroemde Deense natuurkundige Niels Bohr. Bohr ging vaak naar een huisje op het platteland waar boven de deur een hoefijzer hing. Een vriend die op bezoek kwam, moest erom lachen: “Kom zeg, je bent wetenschapper! Je gelooft toch niet in dat ding?” Het antwoord van de Nobelprijswinnaar: “Nee, maar ik heb gehoord dat het werkt, ook als je er niet in gelooft.”

Kim ziet rituele objecten als voorwerpen die een verhaal proberen te vertellen, voorwerpen met agency (voorwerpen die iets in beweging zetten). De reactie van Bohr laat zien dat je simpelweg open kunt staan voor die agency. Wie weet wat zo’n voorwerp op gang brengt? “De mogelijkheid dat je een object bezit waarmee je een ritueel zou kunnen uitvoeren, maakt dus verschil”, zegt Kim. Hij ziet elk van de voorwerpen die hij voor de Piket Kunstprijzen maakt als een dialoog tussen hemzelf en de andere makers: “Een gift in de vorm van een potentieel ritueel dat uitgevoerd zou kunnen worden bij het starten van een nieuw project, dansstuk of theatervoorstelling.”

Maakproces van de award. Foto’s: Kim David Bots

Aluminium

De voorwerpen zijn gemaakt van aluminium. “Ze zijn allemaal anders en elk object heeft zijn eigen gebruikslogica”, vertelt Kim. “Ik maak ze eerst van was en dat gebruik ik als basis voor een mal. Ik werk samen met Sjuul Joosen, een bevriende kunstenaar, die zelf een aluminiumsmelter heeft gebouwd. Ik had nog nooit met aluminium gewerkt. Het was iets wat ik al heel lang graag wilde en toen kwam de uitnodiging vanuit Piket Kunstprijzen.” De voorwerpen krijgen elk een kistje dat ook dienst doet als sokkel. “De objecten hebben iets archeologisch en ik heb ergens een soort fantasie dat een van die objecten dan over vijftig jaar ergens in een tweedehandswinkel opduikt en dat iemand dan denkt: ‘Wat is dit voor ding?!’”

Video van het gietproces. 

Zeevlam

Kim David Bots werd geboren in Amsterdam. Zijn werk was daar te zien bij Arti et Amicitiae, in het Paleis op de Dam en op Unfair Amsterdam. Na een residency bij Wiels Centrum voor Hedendaagse Beeldende Kunst in Brussel wilde hij aanvankelijk terug naar Amsterdam. “Maar mijn huur was daar twee keer over de kop gegaan en toen kwam ik terecht bij kunstenaarsinitiatief Billytown, hier in Den Haag. Het was bedoeld als tijdelijk, maar ik ben nooit meer weggegaan. Voor mij is Den Haag de meest prettige stad in Nederland om te zijn als mens, maar dat hangt vast ook samen met mijn persoonlijkheid. Den Haag heeft iets dorps, een kneuterig randje. En ook dat langgerekte, als een worm langs de kust, het strand. Weinig steden in Nederland worden zo beïnvloed door hun geografische locatie. Het waait altijd en in mei heb je vaak zeevlam, een mist die vanaf de zee als een spook de stad in drijft.”

In 2017 ontving Kim een PRO Invest subsidie van het Haagse kunstcentrum STROOM ter stimulering en ontwikkeling van zijn werk en kunstenaarschap. In 2018 presenteerde STROOM zijn expositie Mop Systems in hun ‘Ondertussen’-ruimte. Kim is een van de deelnemers aan de tentoonstelling Shoeglazing die nog tot 24 juli te zien is bij de Haagse galerie Dürst Britt & Mayhew. Een andere deelnemer is overigens Afra Eisma, die in 2020 werd genomineerd voor de Piketprijs in de categorie Schilderkunst. Dürst Britt & Mayhew toont momenteel ook werk van Lennart Lahuis, die in 2015 de Piketprijs won.

Illustratie

In Kims ruime studio in Billytown is er ook veel dat verwijst naar zijn achtergrond in illustratie. “Alle velden binnen de kunst hebben een soort academische tak die op het veld reflecteert en er kennis over produceert”, zegt Kim, “maar bij illustratie is dat heel beperkt, waardoor de waarde van illustratie vaak wordt onderschat. Illustratie is een van dé vormen waarmee beeld(taal) aan ideologieën wordt verbonden. Een voorbeeld hiervan is de stijlvorm Corporate Memphis die veelal door techbedrijven en overheden wordt gebruikt om een air van inclusiviteit, ‘groen’ en progressief denken te suggereren, terwijl veel van dit soort bedrijven in hun concrete handelen juist het tegenovergestelde doen. Daarbij komt dat illustraties in staat zijn een tekst te infecteren. Nog voordat je begint met lezen zie je, in eerste instantie, het beeld. Vervolgens lees je de tekst, vaak onbewust, door de lens van dit beeld.

Illustratie maakt gebruik van een hele wereld aan referenties die zo herkenbaar zijn dat je er nauwelijks over nadenkt. Denk aan het iconische monopoliemannetje. Een hoge hoed, een witte snor, een monocle. Dit figuurtje is inmiddels synoniem met hebzucht, macht, een problematische vorm van vastgoed als economisch middel. Het draagt meer dan honderd jaar aan referenties en verhalen in zich, die je niet per se kent, maar wel snapt. De kracht van illustratie is dat het in staat is dit soort beeldvormen te introduceren en ze vrij snel deel te maken van een collectief referentiekader. En dat alles gebeurt op een vrij non-descripte, ‘onzichtbare’ wijze.” Zijn fascinatie met de interactie tussen woord en beeld maakte dat hij inmiddels ook veel met tekst en zelfs met audio doet. Hij begint in november aan een residency bij de Jan van Eyck Academie in Maastricht, een postacademie voor kunst, vormgeving en reflectie, die kunstenaars tijd, ruimte en expertise biedt om hun artistieke praktijk verder te verdiepen. Maar Den Haag ziet hem vast weer terug.

Een schets van Kim David Bots van de award. Foto: Kim David Bots

Het kunstwerk van 2021: ‘Geef jezelf een pluim!’

De Haagse kunstenares Yke Prins maakt dit jaar de Piket award. Yke’s bronzen pluim is niet alleen bedoeld om neer te zetten en van een afstand te bewonderen. Het dertig centimeter hoge beeldje kan van de albasten sokkel worden genomen en heeft een slim greepje waarmee het kan worden vastgehouden. Yke: “De winnaars kunnen zo, heel simpel gezegd, zichzelf een pluim geven.”

Lees verder

Het kunstwerk van 2020: Suzie van Staaverens awards zeggen: ‘Je bent niet alleen’

Suzie van Staaveren, die in 2017 genomineerd werd in de categorie Schilderkunst, maakt dit jaar de awards voor de Piket Kunstprijzen. Suzie vond het fijn dat ze dit voorjaar aan deze opdracht kon werken want toen Nederland midden maart in lockdown ging, vreesde ze oprecht dat er tijdens de zomer weinig meer zou gebeuren. Twee tentoonstellingen werden verschoven naar augustus en één project werd helemaal afgelast.

Lees verder

Het kunstwerk van 2019: in Haagse handen

Peter Zwaan (1968), die dit jaar de Piket award maakte, studeerde in 1992 af aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en woont en werkt in Den Haag. Hij was ook de winnaar van een Haagse kunstprijs: in 2014 ontving hij de Jacob Hartogprijs, de ‘voorjaarsprijs’ van Pulchri Studio. Met Peter Zwaan is de Piket-award dus echt helemaal in Haagse handen.

Lees verder

Florentijn Hofman

Het kunstwerk van 2017: Florentijn Hofman roept jonge makers op om ongrijpbaar te blijven

Florentijn Hofman maakt dit jaar de award voor de Piket Kunstprijzen. De prijs reikt hij op 27 november zelf uit aan de winnaars en genomineerden. Wat hij dan overhandigt, is een kleine versie van zichzelf. Het bronzen beeld heft twee duimen op naar de jonge kunstenaars. Daarmee wil hij ze aanmoedigen om zich te blijven ontwikkelen: “Er zijn meerdere wegen die leiden naar Rome, maar ik wil ze meegeven dat ze door moeten gaan met wat ze doen.”

“Zorg dat je ongrijpbaar blijft”, stelt Florentijn Hofman. “En neem de tijd.” Het zijn adviezen van een inmiddels wereldberoemde kunstenaar die daarbij benadrukt dat hij geen leermeester wil zijn. Wel vindt hij het bijzonder dat hij dankzij deze weg jonge makers kan stimuleren om door te gaan.

In 2007 brak Florentijn zelf door met het kunstwerk ‘Beukelsblauw’. In Rotterdam schilderde hij een aantal voor de sloop bestemde huizen volledig blauw zodat ze extreem goed opvielen in het straatbeeld. Korte tijd daarna presenteerde hij het werk Rubber Duck, een 32 meter hoge opblaasbare gele badeend die op verschillende plekken ter wereld ronddobberde. De badeend werd als eerste in Frankrijk te water gelaten, maar kwam daarna ook in Osaka, Sydney, Sao Paulo en Hongkong terecht.

Internet

Zijn werk is nu, ruim tien jaar later, wereldwijd bekend en internationale opdrachtgevers benaderen hem. Zijn kolossale werken die hij over de hele wereld in de publieke ruimte plaatst, beginnen vaak als een klein model die hij vaak thuis maakt aan zijn ateliertafel. Florentijn woont in een woonhuis in de bossen bij Arnhem waar weinig hectiek heerst.

Terugkijkend merkt hij op dat de opkomst van het internet heeft bijgedragen aan zijn bekendheid als kunstenaar. Als opkomend kunstenaar kon hij, naar eigen zeggen, profiteren van de mogelijkheden die het internet opeens bood en kreeg zijn eerdere werk voor Rubber Duck ook meer bekendheid. Tegelijkertijd vertelt hij ook dat hij zich tegenwoordig liever niet bezighoudt met social media. Hij beschouwt het vooral als een vorm van afleiding en hij raadt het jonge kunstenaars af om te veel en te snel op zoek te gaan online publiciteit. “Je moet als kunstenaar eerst de tijd nemen om jezelf te ontwikkelen”, zegt hij. “Vlees op je botten krijgen tot je een bepaalde sterkte hebt.”

Piket Award van 2017. Foto’s: Florentijn Hofman

Onzekerheid

Het kunstenaarschap is verweven met onzekerheid, aldus Florentijn. Als kunstenaar weet hij als geen ander dat het moeilijk kan zijn om aan het begin van je carrière de juiste keuzes te maken, omdat dan nog alles mogelijk is. Wat hij vooral wil meegeven is dat ze, ondanks mogelijke tegenslagen en onzekerheid, door moeten gaan. Ook vereist het een zekere concentratie bij een maker.

Succes komt vaak niet direct, merkt hij op, en de meeste kunstenaars moeten een lange adem hebben. Maar als succes er eenmaal is, dan blijft de onzekerheid altijd nog aanwezig, ontdekte Florentijn. “Je moet dan je succes kunnen blijven evenaren”, licht hij toe. “Als je goed bezig bent dan wil het publiek vaak meer van hetzelfde. Toch moet je zelf kritisch blijven en je werk tegen het licht houden.” Als kunstenaar moet je niet een bepaald soort werk creëren alleen omdat er een markt voor is, vindt hij. Hij benadrukt dat makers autonoom en vooral ‘ongrijpbaar’ moeten proberen te blijven. Onzekerheid moet je daarbij als kunstenaar kunnen omarmen. “Je moet het nemen als een van de ingrediënten van het kunstenaarschap.”

Piket Award 2017. Foto’s: Florentijn Hofman

Werkwijze

Hij noemt het een eer om de award te mogen maken voor de Piket Kunstprijzen, maar zegt ook dat hij lang moest nadenken over wat het zou worden. Uiteindelijk maakte hij zichzelf, waarbij hij een 3D-scan van zichzelf als uitgangspunt nam. De afdruk bewerkte hij tot een mal om daarmee het bronzen afgietsel te maken. Als beeld heeft hij zichzelf nu ‘bevroren’ in een houding waarbij hij zijn duimen omhoogsteekt naar de jonge garde. “Het is echt geen blijk van een te groot ego”, zegt hij erbij. “Het is humoristisch bedoeld, maar er zit ook een duidelijke boodschap achter.”

Omdat hij voor zijn werk veel schaalmodellen gebruikt voelde het maken van de award, die veel kleiner is dan zijn bekende werk, niet als iets dat totaal afwijkt van zijn oeuvre. Omdat hij doorgaans vaak werkt met kunststofmaterialen, lijkt de keuze voor brons opvallend. Hij bekent, in reactie hierop, dat het brons eigenlijk een synthetische variant is van het edelmetaal. De award heeft een klassieke uitstraling, maar de techniek erachter en het materiaal zijn eigenlijk heel modern”, aldus Florentijn.

Beluister hier de podcast over Florentijn Hofman van het programma Kunststof. 

Het kunstwerk van 2016: Anneke laat niets aan het toeval over

Aan de Amsterdamse Spiegelgracht, tussen het rumoer van de stad, kan kunstenaar Anneke Schat urenlang geconcentreerd werken aan haar ontwerpen. Die plek geeft haar spanning. “Alles wat ik maak heeft veel handelingen, ik wil ze zo ordenen dat mijn handen het goed kunnen volgen. Dan kom je tot creativiteit.” Dit jaar maakt Schat de awards voor de Piket Kunstprijzen. Lees verder

Het kunstwerk van 2015: het fantastische circus van Pepijn van den Nieuwendijk

In het atelier Struktuur 68 in de Haagse Nieuwe Molstraat, waar sinds 1968 keramiek gemaakt wordt, staan grote beelden van klei ingepakt in plastic te wachten tot ze gebakken worden. Een paar van die beelden mogen we straks de Piket Kunstprijzen 2015 noemen, ontworpen door kunstenaar Pepijn van den Nieuwendijk.

Onder de naam Cirque de Pepin maakt Van den Nieuwendijk (1970, Waddinxveen) onder andere schilderijen, keramiek en illustraties. Hij studeerde grafisch ontwerp aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Zijn ‘circus’ is een metafoor voor een plek waar alles kan gebeuren, en waarin fantastische dieren een centrale rol innemen. Zijn favorieten zijn de dodo, de mammoet en de Chinese draak. “Dodo’s hebben een tragisch verhaal, die zijn nota bene uitgestorven door toedoen van de Nederlanders. En ik hou van de gelukssymboliek van de draak.”

struktuur 68
Een gekleurde wand met glazuurproeven in Struktuur 68, de werkplaats waar de award gemaakt wordt / Foto Piket Kunstprijzen

Die symboliek komt ook terug in de Piketawards. “Omdat je natuurlijk een enorme geluksvogel bent als je een prijs wint met werk dat je waarschijnlijk het allerliefste doet, wilde ik een award maken die op diverse manieren verwijst naar geluk en een voorspoedige toekomst.” Daarvoor koos Van den Nieuwendijk gelukssymbolen en symbolen voor voorspoed uit diverse culturen.

Hij werkt al een paar maanden aan de awards. Eerst maakt hij in zijn schetsboek een ontwerp, daarna slaat hij aan het kleien. Een bevriende pottenbakker draaide voor hem de vazen, de ornamenten die erop komen boetseert hij zelf. Voordat hij weet welke kleur ze krijgen, doet hij ‘proefjes’ met reepjes gebakken klei waarop hij glazuurkleuren uittest. “Het aardewerk bak je altijd eerst één keer, dat noem je ‘biscuit bakken’. Voor het glazuur moet de vaas nog een keer de oven in, hier doen we dat altijd op 1160 graden.”

Het maakproces

Glazuur
In de werkplaats waar hij zijn beelden maakt staat een meter hoge bloemensculptuur van een Belgische kunstenaar, die pimpelpaars de oven uit is gekomen. De heldere kleur in de glazuurlaag krijg je pas ná het bakken, legt Van den Nieuwendijk uit. “Je ziet het niet goed als je het aanbrengt, de glazuurlaag is een beetje pastel van kleur. Je weet nooit precies wat je krijgt, dus je moet altijd proefjes maken.”

Om de glazuurlagen te maken, put hij uit bestaande receptenboeken van het atelier. Daarin staan alle recepten voor elke kleurcombinatie die tot nu toe, sinds de opening van de werkplaats, is bedacht. Daar komen nog dagelijks nieuwe bij. “De oprichters waren voormalig werknemers van de Delftse aardewerkfabriek de Porceleyne Fles, Henk Trumpie en Jacques van Galen. Die zijn voor zichzelf begonnen in 1968 omdat ze grote keramiekbeelden met felle kleuren wilden maken. Dat deed men in die tijd nog niet zo veel”, weet Van den Nieuwendijk.

piket
Glazuurproeven van Pepijn van den Nieuwendijk / Foto Piket Kunstprijzen

Vaas
De opdracht is bijzonder voor hem: “Je kunt er alle kanten mee op.” Voor het ontwerp van de award koos Van den Nieuwendijk een vaas, omdat hij die de afgelopen tijd veel heeft ontworpen. “Vazen hebben een sterke historische achtergrond. In alle tijden en culturen zijn ze gemaakt met diverse functies.”Om er een award van te kunnen maken bestudeerde hij hoe andere voorbeelden van prijzen – zoals bokalen van zilver en goud, maar ook de Oscars – in een prijzenkast staan.

De vaas moest volgens Van den Nieuwendijk “een echte award” zijn. “Het moest een eclectische vaas worden met verschillende onderdelen, op een gouden blokje. Daar heb ik een mal voor gemaakt, waar de vaas later op komt.” Voor de verschillende kunstdisciplines bedacht hij aparte figuurtjes die hij los maakt en op de vaas boetseert. Zo heeft hij voor toneel in zijn schetsboek een citaat van Shakespeare’s toneelstuk Hamlet bij een schets van een schedel gezet, en zien we ook een dansend aapje. “Dat zijn de onderdeeltjes die het werk een luchtige en humoristische kant geven.”

De vazen die Van den Nieuwendijk maakt zijn decoratief. Dat vindt hij, zoals de oude Grieken dat ook deden, het mooist. Zijn vaas is een sculptuur: “Je kunt er geen tulpen inzetten.” Zijn inspiratie haalde hij uit “Chinese vazen uit de Ming- en Qing-dynastieën, maar ook uit Rococo-vazen. “Overdadige ontwerpen, maar wel met afgewogen decoratie.”

piket
Schetsen van de award voor 2015, door Pepijn van den Nieuwendijk / Foto Piket Kunstprijzen

Goud
Het zou geen échte award zijn als er niet her en der wat goud blinkt. De Chinese draak krijgt dus een gouden glazuurlaagje, gemaakt van een soort poeder dat in olie opgelost is. Niet goedkoop trouwens: “Dat potje kost ongeveer zeshonderd euro, dat moet je niet uit je handen laten vallen!” waarschuwt Van den Nieuwendijk. “Dat wordt de zogeheten ‘lusterlaag’, de derde baklaag die op 700 graden gebakken wordt. Het wordt een flinterdun laagje, alle goudstukjes klonteren als het gebakken wordt aan elkaar.” Andere kleine onderdeeltjes maakt hij ook goud. “Ultrakitsch!” lacht hij.

Van den Nieuwendijk heeft alvast een bestemmingstip voor de winnaars die een award mee naar huis mogen nemen. “Ik wil niet dat het een award wordt die in zo’n kast staat. Het moet een beeld worden dat je op een tafel in huis kan zetten.”

Het eindresultaat van de Piketaward van 2015

Het kunstwerk van 2014: uniek ontwerp van Vittorio Roerade

Kunstwerk

Wat geef je een jonge kunstenaar die een prijs krijgt als aandenken mee? Het geld is snel uitgegeven, het juryrapport is om af en toe nog eens terug te lezen, maar het mooiste is toch als er daarnaast iets tastbaars overblijft – denk aan de Televizierring of Hollywood’s Academy Award (beter bekend als de Oscar). En als dat aandenken dan ook intrinsieke artistieke waarde heeft en als kunstwerk op zichzelf kan staan, des te beter.

Voor de eerste editie van de Piket Kunstprijzen werd de Haagse beeldend kunstenaar Vittorio Roerade (1962) gevraagd om een bijpassende sculptuur te ontwerpen. Roerade was vereerd met de opdracht, vertelt hij in zijn atelier in Bink 36, de creatieve bloeiplaats in het voormalige PTT-complex aan de Binckhorstlaan. Roerade is een veelzijdig kunstenaar die al zijn hele loopbaan met materialen en genres experimenteert. Hij tekent, schildert, schrijft en beeldhouwt – dat gaat in ‘perioden’, waarin hij monomaan een bepaald idee najaagt en uitwerkt. Ideeën heeft hij altijd, ze komen overal vandaan. Inspiratiebronnen zijn muziek, wetenschap, boeken… hij leest en luistert non-stop. Uiteindelijk draait alles wat hij maakt om de mens, ,,zo fragiel als de pest, maar tegelijkertijd loeisterk”.

Met bestuursvoorzitter Louise de Blécourt kwam Roerade snel overeen dat de ‘totems’ die hij eerder maakte – verticale, bronzen beelden, opgetuigd met vormen en figuurtjes – een goed uitgangspunt waren. Roerade: ,,Brons is eigenlijk een heel truttig materiaal, maar ik vind de symboliek van het bronsgieten mooi. Je vereeuwigt iets, je geeft het een naam. En een totem reikt omhoog, het is een positief en krachtig symbool – net als een prijs.”

Verder kreeg Roerade de vrije hand. Behalve de maximale leeftijd van de winnaars en de te bekronen disciplines wist hij niets. ,,Ik kwam al gauw op een ode aan het leven zelf, dat zoveel groter is dan de kunst of welk vak je ook beoefent. Het leven is één dynamisch geheel, een systeem waarin alles met alles samenhangt.”

Voor de aankleding van de beelden verzamelde hij takjes, zaden, losse gevonden voorwerpen en tientallen plastic poppetjes en beestjes. Daar beplakte hij de totems mee, in spiraalvormige, opkruipende ‘strengen’. Het resulteerde in een soort verticale ‘Arken van Noach’, krioelend van leven, bevolkt met mens- en diersoorten die elkaar niet opzijduwen, maar samen één bruisende wereldorde vormen.

Unieke prijzen

Geen twee totems zijn hetzelfde. Roerade heeft op elk exemplaar een paar kleine clous verstopt die duidelijk maken welke kunstvorm het betreft: bij de dans een paar kleine dansertjes, bij de schilderkunst een penseel. Voor theater was het lastiger om zo’n symbolisch object te vinden; de keuze viel tenslotte op een toneellamp.

“Heb lol in je eigen ideeën.”

Het gieten besteedde Roerade uit aan ‘de enige gieter in Nederland die vacuüm kan gieten’. Naast de vormen zijn juist ook de holtes, de leegtes tussen de figuurtjes hier cruciaal. Het geeft de beelden van nog altijd zeven kilo per stuk een lichtheid die een grote materiaalbeheersing verraadt. Het polijsten deed Roerade zelf – een zwaar precisieklusje dat hij nooit langer dan een paar uur achter elkaar volhield. ,,Als je zo’n beeld een fractie van een seconde te lang tegen de draaischijf houdt, zouden er figuurtjes beschadigd kunnen raken. En je moet het ding ook niet uit je handen laten vallen natuurlijk.”

Het ging goed. Elke Piket Kunstprijswinnaar gaat straks naar huis met een uniek kunstobject, dat de gelegenheid waarvoor het gemaakt is lang zal overleven. Heeft Roerade nog een motto dat hij de jonge winnaars mee wil geven? Hij denkt even na. ,,Heb plezier”, zegt hij dan met een glimlach. “Heb lol in je eigen ideeën.”