Categorie archief: 2017

Adieu and farewell: experiences of our departees from the jury

We’ve recently said goodbye to not only our chairman of the jury, but to some of the expert jurors themselves as well. Have a look at what they thought of their experiences with the Piket Art Prizes. Lees verder

Romy Muijrers wordt Stadstekenaar Amsterdam

Romy Muijrers (genomineerde schilderkunst 2015) wordt op 14 maart officieel benoemd tot Stadstekenaar van Amsterdam.

Sinds 2014 heeft Amsterdam zijn eigen Stadstekenaar. Jaarlijks benoemt de Commissie voor de Tekeningen een beeldend kunstenaar tot Stadstekenaar van Amsterdam. De Stadstekenaar verbeeldt op geheel eigen wijze zijn observaties van Amsterdammers en gebeurtenissen in de stad in tekeningen.

Onder de titel ‘Ruimte Rondom’ wil Romy Muijrers – gewapend met een schetsboek – iedere maand een flinke wandeling maken door Amsterdam. Er zullen onderweg allerlei ontmoetingen plaatsvinden die zij vastlegt. De volgetekende schetsboeken worden vervolgens in het atelier gebruikt als grondstof voor nieuw werk. De Commissie voor de Tekeningen verwacht dat Romy Muijrers het publiek gaat verrassen door de wijze waarop zij de stad zal verbeelden.

Uit het juryrapport

“Romy Muijrers (Den Haag, 1990) heeft van meet af aan het tekenen als instrument ingezet om haar feitelijke én gedroomde ervaringen te verbeelden. Ze is tegelijk improviserend, zoekend én heel precies in wat ze uit wil drukken op het papier. Muijrers ziet haar tekeningen als een doorlopende reeks, als één verhaal waarvan de oorsprong ligt in de herinnering aan een onbereikbare liefde. Je kunt haar werk ook zien als wandelingen door denkbeeldige landschappen waarin tijd geen rol lijkt te spelen.

Het bijzondere aan haar aanpak is dat ze zich niet beperkt tot de voorzijde van het vel papier. Ze onderzoekt met plezier de driedimensionale mogelijkheden binnen het tekenen. Collage-elementen worden toegevoegd, uitgeknipte en gescheurde delen opgeprikt en het papier zélf wordt aan beide zijden betekend en ingezet om het verhaal te vertellen.”

Romy Muijrers, genomineerde schilderkunst 2015

Interview Cora Bos-Kroese: “We hebben een bijzonder groeiproces doorgemaakt”

Als jurylid dans was Cora Bos-Kroese erg betrokken bij de ontwikkeling en carrières van de genomineerde dansers. Het is iets bijzonders”, zegt ze over haar rol als jurylid. “Je stimuleert jong talent. Ik ben al ver in mijn carrière en dan is dit mooi om te kunnen doen.”

Vanaf 2014, het eerste jaar dat de Piket Kunstprijzen werden uitgereikt, was Cora onderdeel van de jury. “We hebben een bijzonder groeiproces doorgemaakt”, zegt ze over de prijs. In de aanloop naar de uitreiking van de Piket Kunstprijzen kwam de jury regelmatig bijeen en in de vergaderingen bespraken ze de genomineerden van iedere discipline. Cora keek, naar eigen zeggen, uit naar die gesprekken.

Behalve het nomineren van jong danstalent, gaf ze de afgelopen jaren ook advies aan de genomineerden en winnaars van de prijs. De concurrentie in de danswereld en de bezuinigingen in de culturele sector maken het voor dansers niet makkelijker, merkt Cora op. “De sterksten overleven. Er zijn minder projecten en er is ook niet altijd genoeg begeleiding voor jonge dansers. Ik krijg echt weleens vragen van dansers of ik wellicht nog iets voor ze weet. Ze willen heel graag, maar er worden niet altijd mogelijkheden geboden.”

Wat kan een prijs als de Piket Kunstprijzen betekenen voor jonge dansers? “Dat verschilt”, stelt ze. “Het is bijvoorbeeld wel een verschil of iemand nog in opleiding is of al danst bij een gezelschap.” Ter illustratie haalt Cora de diversiteit aan winnaars van de Piket Kunstprijzen de afgelopen jaren aan. Joshua Junker was in opleiding bij de Royal Balletschool in Londen toen hij won, terwijl de Canadese Sarah Murphy, die de prijs in 2015 won, haar opleiding al had afgerond en verder was in haar carrière. Ze had gedanst bij NDT, maar koos er uiteindelijk voor om als freelancer vanuit Den Haag verder te gaan.

De winnares van afgelopen jaar, Alice Godfrey, danst bij NDT 2, het gezelschap dat de springplank is voor het grote dansgezelschap NDT 1. “Ze heeft heel veel talent”, zegt Cora. Ze is benieuwd hoe Alice zich verder gaat ontwikkelen in haar carrière: “Ze moet op een gegeven moment doorstromen. Als dat niet lukt dan komt zij als danseres ook op eigen benen te staan of moet ze audities doen voor andere gezelschappen.”

Aantrekkingskracht

Cora danste jarenlang bij NDT en bleef na haar danscarrière in de danswereld; vandaag de dag begeleidt ze producties van de balletten van NDT-choreograaf Jiří Kylián voor de Kylián Foundation over de hele wereld en is ze vanuit haar eigen gezelschap C-scope allerlei projecten aan het opzetten. Het afgelopen jaar werkte ze onder andere aan een bijzondere voorstelling LVMEN, waarin dans werd gecombineerd met live fotografie.

Haar werk is vooral gericht op de moderne dans, terwijl ze als jurylid ook graag een kijkje nam over de schutting. “Ik wilde zien wat voor talent er was bij andere dansstijlen”, licht ze toe. Samen met jurylid Stacz Wilhelm droeg ze het afgelopen jaar een breakdancer voor bij de nominaties van de Piket Kunstprijzen: Jeffry Verschoor Sowa (Kid Colombia). “Ik ging kijken bij een repetitie en zag hem er gewoon tussenuit springen”, vertelt ze. “Hij is eigenwijs en pittig. Nieuwsgierig ook. De persoonlijkheid die een danser uitstraalt, is ook belangrijk.”

Persoonlijkheid, uitstraling, goede beheersing en techniek: wat zijn volgens haar eigenlijk de belangrijkste kwaliteiten die een goede danser kenmerken? “Als je moet specificeren wat iemand heeft dat hem of haar zo bijzonder maakt, dan is dat moeilijk uit te leggen”, antwoordt ze. “Je voelt het gewoon als je kijkt naar iemand. Het publiek voelt het ook. Het valt hen ook op als een danser er echt uitspringt. Het is aantrekkingskracht.”

Reizen

Omdat Cora vanwege haar werk veel moet reizen, kan ze het juryschap voor Piket daar inmiddels niet meer mee combineren. Daarom besluit ze nu te stoppen als jurylid en draagt zij haar rol over aan choreografe Isabelle Chaffaud.

Ze denkt met veel plezier terug aan haar tijd als jurylid. Eén van haar meest memorabele momenten was de uitreiking van de juryprijs in 2014 aan pianist Jan Schouten. Als pianist verzorgde Schouten de muzikale ondersteuning bij de repetities bij het NDT; honderden kinderen van de Haagse dansvakopleiding hebben zijn begeleiding bij danslessen gekregen. “Ik kende hem ook uit mijn tijd op het conservatorium”, vertelt Cora. “Als je je dag niet had dan maakte hij altijd wel een grapje en was het weer gezellig. Hij kwam spelen tijdens de uitreiking van de Piket Kunstprijzen en hij had dit totaal niet verwacht.”

Interview Edwin Buijsen: “De passie van jonge kunstenaars is herkenbaar”

“Ik ga het missen”, zegt Edwin Buijsen. Hij stopt dit jaar als jurylid van de Piket Kunstprijzen. Samen met schilder Maarten Demmink vormde hij vanaf 2014 de jury voor de discipline schilderkunst.

Edwin Buijsen is Hoofd Collectie van het Mauritshuis en als gastonderzoeker verbonden aan het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie. Hij doet op dit moment onderzoek naar de schilderijenproductie van Adriaen Pietersz. van de Venne, een Haags schilder uit de zeventiende eeuw. Dagelijks wordt hij omringd door kunstwerken van onder meer Paulus Potter en Johannes Vermeer. Welke invloed heeft het op zijn kijk op hedendaagse schilderkunst? “Mijn specialisatie is oude kunst, maar ik ben ook geïnteresseerd in hedendaags werk”, vertelt hij. “Ik kijk daar wel naar met mijn kennis over de oude kunst; ik bestudeer hoe een kunstwerk is gemaakt en wat de ideeën erachter zijn.”

Er veranderde door de eeuwen heen veel aan het metier van kunstschilder, maar wat is blijven bestaan?  Volgens Edwin is het vooral de mentaliteit van de kunstenaar – de beleving van kunst door de kunstenaar zelf – die niet is veranderd. “De passie die jonge kunstenaars hebben en hun wil om te slagen is heel herkenbaar”, zegt hij. Hij voegt daaraan toe: “Daarnaast is ook de zorg dat je geld moet kunnen verdienen als kunstenaar van alle tijden. In de zeventiende eeuw hadden schilders daar ook moeite mee en was er veel concurrentie. Kunstenaars wilden trouw blijven aan hun eigen principes en tegelijkertijd moesten ze werken met de middelen die ze voorhanden hadden.”

“Het kunstwerk moet iets bij je losmaken”

Het valt hem op dat hedendaagse abstracte kunst veelal de interesse wekt door het verhaal dat erachter schuilt. “Het verhaal achter het kunstwerk wordt interessant gevonden en het werk krijgt daardoor waardering. Ik vind eigenlijk dat het andersom moet zijn. Juist het kunstwerk moet iets bij je losmaken en je intrigeren terwijl je ernaar kijkt. Als je een kunstwerk slechts kunt begrijpen als je een bordje met uitleg leest dan is het jammer.”

De kunstwerken van de winnares van afgelopen jaar, Debbie Young, fascineerden de jury juist wel op de goede manier, stelt Edwin: “Debbie kan heel goed haar ideeën tot uitdrukking brengen. De combinatie van haar ideeën en de confrontatie met het werk vond ik heel sterk. Je wordt erdoor aangetrokken nog voordat je het verhaal erachter kent.”

‘Schilderen’ is slechts een van de technieken die Debbie Young inzet bij het creëren van haar werken. “Veel jonge kunstenaars werken allang niet meer alleen met het penseel en verf, maar zij gebruiken allerlei materialen voor hun werk”, merkt Edwin op. “Ze zijn heel vrij in het gebruik van verschillende middelen en technieken om zichzelf mee uit te drukken. Er zijn nog wel een paar kunstenaars die echt alleen schilderen, maar meestal experimenteren ze met van alles. Hokjes bestaan eigenlijk niet meer.”

Werk van Debbie Young in Galerie Vonkel, Den Haag

Werk van Debbie Young in galerie Vonkel, Den Haag

Ambities en toekomstplannen

De Piket Kunstprijzen worden uitgereikt aan kunstenaars tot en met 30 jaar. In het geval van de discipline schilderkunst maakt dit de spoeling dunner dan bij de disciplines toneel en dans. “Bij schilderkunst begint een kunstenaar vaak pas echt tot ontwikkeling te komen na zijn dertigste”, verklaart Edwin. “De meeste kunstenaars staan daarvoor nog echt aan het prille begin.” Samen met Maarten Demmink ging hij daarom regelmatig naar tentoonstellingen bij de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag waar zij werk van studenten bekeken, of zochten zij uit waar jonge kunstenaars exposeerden. Om jaarlijks drie genomineerden voor de prijs uit te kiezen, vond Edwin niet heel lastig. Om vervolgens tot een uiteindelijke winnaar te komen, was wel moeilijk volgens hem. “We hadden ook afgelopen jaar drie hele sterke kandidaten.”

Maarten en Edwin bezochten niet alleen de tentoonstellingen van de genomineerden, maar keken ook mee bij de inrichting ervan. “We proberen in de aanloop naar de uitreiking contact te zoeken met de kunstenaars om te zien hoe zij bezig zijn met hun vak en wat hun toekomstplannen zijn”, legt Edwin uit. “Dat vinden wij ook belangrijk.” Na de uitreiking van de prijs bleef in de voorafgaande jaren vaak het contact met verschillende genomineerden en winnaars voortbestaan. “Af en toe gaan we ook nog een biertje drinken met iemand”, aldus Edwin.

piket2015-0179

Edwin Buijsen en Maarten Demmink samen op het podium tijdens de uitreiking van de prijs in 2015

Werk van Debbie Young in galerie Vonkel, Den Haag

Debbie Young: “When you get to work, everything falls into place”

Our Piket Art Prizes painting winner Debbie Young ended 2016 with a bang. Not only did she create new work, it was created specifically for her very first solo show at The Hague art gallery Vonkel. And she’s not stopping there. Lees verder

Interview Monique van der Werff: “Telkens weer onbevangen kijken”

Voormalig vakjurylid toneel, Monique van der Werff, beoordeelde twee jaar lang jonge, veelbelovende kunstenaars voor de Piket Kunstprijzen. We blikken terug op twee jaar juryschap: “Ik vind het belangrijk dat ik niet alleen maar rationeel en met een vakkundig oog kijk, maar elke keer mezelf weer openstel om onbevangen te kijken.” Lees verder

Rutkay Özpinar en Karel van Laere op Cadance festival

In de voorstelling 4×4 – The Fellowship of the Dance tijdens CaDance Festival zijn de performances te zien van Rutkay Özpinar en Karel van Laere. In 2014 waren zij allebei genomineerd voor de Piket Kunstprijzen. Waar staan ze nu, bijna drie jaar later?

“Ik voelde mij toen net nog een kind”, zegt Rutkay als hem wordt gevraagd hoe hij terugkijkt op zijn nominatie in 2014. “Ik was net gestopt bij De Dutch Junior Dance Division en ging mijn eerste choreografie bij Korzo maken.” Zijn nieuwste choreografie Recognition of the Species, die hij opvoert tijdens 4×4, is inmiddels zijn vijfde creatie die hij maakt binnen het dansgezelschap Korzo.

Ook Karel, die in 2014 werd uitgeroepen tot winnaar in de categorie Toneel, timmerde de afgelopen jaren verder aan de weg. Toen hij in 2014 de Piket Kunstprijs won, was hij in Taiwan. Nog steeds reist hij veel op en neer: “Het werk dat ik in Nederland maak, doet het goed in Taiwan, China, Japan en Korea; het werk dat ik daar maak, doet het juist hier goed.”

Verlamming en stagnatie

“Dit voelt als mijn eerste solovoorstelling”, zegt Karel. In het The Hague International Centre of Civic Hacks (ICX) toont hij drie werken: Slow Rise, Paralysis en zijn meest recente werk Largo. In Largo ziet de bezoeker hem bewegingsloos liggen terwijl hij door een onzichtbare kracht van links naar rechts wordt gesleept. Welke boodschap zit daarin? “Ik laat het aan de kijker”, vertelt hij. “Sommige mensen herkennen er een reactie op de vluchtelingenproblematiek in, anderen denken dat het over de dood gaat, terwijl er ook mensen zijn die het vooral humoristisch vinden.” Hij voegt daaraan toe: “Mijn andere werken sturen wel wat meer.”

Ook in zijn werk Paralysis ziet het publiek Karel stilliggen om verlamming proberen te ervaren: hij lag 24 uur vast op een tafel en kon hij zich niet bewegen. “Die fascinatie voor verlamming en stagnatie komt eigenlijk voort uit het feit dat ik juist heel erg van bewegen houd”, legt hij uit.

In 2014 was het zijn droom om grenzen te doorbreken, tussen kunstdisciplines maar ook tussen landen en culturen: “De universele taal van mijn performances wil ik nog beter leren beheersen.” Waar staat hij nu? “Na het maken van Paralysis had ik het idee dat de weg die ik ben opgegaan, goed is”, zegt hij. “Ook weet ik nu dat ik vaker wil werken met een vooronderzoek.” Paralysis voerde hij uit in een zaal van Theater aan het Spui; de directie van het theater hielp hem daarna met het aanvragen van een makerssubsidie waar hij komende jaren nieuw werk mee kan maken.

4x4 webpic 1 - Maurice Haak & Jenny Audring

Paralysis. (Foto: Maurice Haak & Jenny Audring)

Herkenning

Rutkay maakte Recognition of the Species in november en paste recent de choreografie aan op locatie (Lutherse Kerk). “Het leverde veel op”, vindt hij. “Ik ben hiervoor twee maanden op tournee geweest. Toen ik weer met de voorstelling aan de slag ging, merkte ik dat er veel anders kon.” Hij draagt het werk op aan zijn vriend: “We herkennen zoveel van onszelf in elkaar. Er zijn veel overeenkomsten tussen ons, maar eigenlijk zien we dat in alles wat leeft. We kunnen ons rustig voelen doordat we iets herkennen, maar het kan ons ook laten schrikken.”

In 2014 was zijn ambitie om een succesvollere danser en choreograaf te worden. Daarnaast hoopte hij in de toekomst zijn eigen dansgezelschap te hebben. Hij is vandaag de dag een van de jongste choreografen van Nederland. De droom om een eigen dansgezelschap op te zetten, heeft hij nog steeds. Het liefst een dansgezelschap dat zelfvoorzienend is, niet afhankelijk van subsidie.

4x4 webpic 3 - Maurice Haak & Jenny Audring
Recognition of the Species. (Foto: Maurice Haak & Jenny Audring)

“Waar ben ik mee bezig”

Hun werk – hoe anders ook – gaat bijna altijd over beweging of juist het onvermogen om te bewegen. “Creativiteit stroomt vanuit mijn bewegingen. Met mijn creaties kan ik mij helemaal uiten en anderen meenemen in mijn belevingswereld. Het betekent heel veel voor mij”, zegt Rutkay. Karel: “Tijdens de 24 uur dat ik Paralysis opnam, kon ik juist helemaal niet bewegen. Het leidde tot ontzettend veel verveling. Als ik niets om mij heen heb, dan krijg ik juist ideeën. Die verveling heeft veel opgeleverd.” Rutkay haakt in: “Ik vind het gaaf om dit te horen. Je wordt met heel veel discipline grootgebracht, maar ik vond het bijvoorbeeld ook lastig om in de studio aan de choreografie te werken. Ik heb het thuis gedaan, in mijn kamer. Daar ontstaat creativiteit. In zo’n grote ruimte als een studio denk ik ook sneller: ‘waar ben ik mee bezig?!’” “Die gedachte heb ik ook weleens”, zegt Karel (Rutkay moet lachen). “De eerste keer dat ik mezelf van links naar rechts ging slepen, deed ik dat ook maar in mijn eentje. Ik had een plakkertje op de knop van de takel geplakt en was gaan liggen. Eigenlijk best gevaarlijk.”

Touwtjes in handen

Ze zijn vaak zowel bedenker als uitvoerder in het creatieproces. “Hoewel ik steeds meer zaken rondom mijn werk ben gaan uitbesteden, heb ik graag de touwtjes in eigen hand”, bekent Karel. Ook Rutkay herkent het: “Artiesten zijn onzekere mensen, dat is geen geheim, maar tegelijkertijd zijn we soms ook narcistisch. Dat komt volgens mij omdat je als maker zoveel creativiteit in jezelf voelt. Hij voegt daaraan toe: “Ik heb veel in mijn hoofd waarmee ik aan het werk wil. Daardoor kan ik goed functioneren als choreograaf. Ik ben ook een goede danser, maar ik heb wel het gevoel dat andere dansers mijn creatie beter kunnen opvoeren. Zelf ben ik vaak te veel bezig met het proces en het verhaal achter de choreografie.”

4×4 – The Fellowship of the Dance
De performances van Karel en Rutkay zijn t/m 12 februari te zien in 4×4 – The Fellowship of the Dance. Dit bijzondere locatieproject van CaDance laat je Den Haag op geheel onorthodoxe wijze ervaren. Dit keer leidt de wandelroute langs vier locaties in het Oude Centrum, waarvoor choreografen en kunstenaars zijn gevraagd een performance te maken. Laat je meevoeren op deze ontdekkingstocht, waar je dichtbij de artiesten komt en een uitdagend nieuw perspectief krijgt op dans en dit bruisende stadsdeel in ontwikkeling. Informatie en tickets zijn verkrijgbaar via www.cadance.nl

Interview Rinus Sprong: “Juryleden leren echt van elkaar”

Rinus Sprong was in 2014 en 2015 juryvoorzitter van de Piket Kunstprijzen. De choreograaf en artistiek leider van De Dutch Don’t Dance Division in Den Haag blikt terug op zijn voorzitterschap en belicht de positie van jonge kunstenaars: “Kunst maken gaat altijd over jezelf en wat jij leuk en belangrijk vindt. Je doet het niet voor het geld en je moet er hard voor werken.”

“Als juryvoorzitter moet je ervoor zorgen dat alle juryleden tevreden zijn met de besluiten die worden genomen. Als er verdeeldheid is, moet je de jury aansporen om met elkaar in gesprek te gaan”, vertelt Sprong zittend op een krukje in een van de studio’s bij DeDDDD. “Totdat iedereen uiteindelijk achter een besluit staat.”

Het is een advies dat hij ook meegaf aan zijn opvolger Sander Uitdenbogaard. “Ieder jaar moet er een andere juryvoorzitter worden aangewezen, op die manier kan steeds iemand uit een andere kunstdiscipline een nieuw elan geven aan de vaste juryformatie”, legt Sprong uit. “Maar na 2014 werd ik nog een keer gevraagd. We waren toen nog het wiel aan het uitvinden.” Zo kwam het dat Sprong niet één maar twee jaar juryvoorzitter was. Hij herinnert zich de levendige discussies van de juryleden: “Iedereen was zo geïnteresseerd in elkaars discipline. Een jurylid uit de danswereld kijkt heel anders naar schilderkunst en theater, dan een jurylid dat zelf uit die disciplines komt. De juryleden leren echt van elkaar.”

De gedachte achter deze prijs begrijpen

Een stimuleringsprijs van 8.000 euro is in de danswereld ongekend, aldus Sprong. Toch is geld niet het enige waar het, volgens hem, om draait bij de Piket Kunstprijzen: “Het is een enorme geldprijs, maar ze willen ook jonge kunstenaars in contact brengen met het publiek en aansporen om na te denken over hoe zij zichzelf presenteren. Je moet de gedachte achter deze prijs begrijpen en die is dat jonge kunstenaars het eigenlijk zelf moeten doen. Het is je eigen verantwoordelijkheid om te blijven ontwikkelen en de prijs biedt daarbij een steun in de rug.”

Dichter bij de macht

Sprong’s inzet voor jonge kunstenaars (met name dansers) ging de afgelopen jaren verder dan zijn betrokkenheid bij de Piket Kunstprijzen. In 2013 zette Sprong samen met zijn partner Thom Stuart een talentontwikkelingstraject op voor jonge dansers die net van de dansacademie af komen: De Dutch Junior Dance Division (DeDJDD). Als organisatie bieden ze jonge dansers de kans om zich intensief bezig te houden met hun vak om zo hun kansen op een succesvolle carrière in de Nederlandse en internationale danswereld te vergroten.

Het is in die wereld moeilijker geworden om binnen te komen, beaamt Sprong. “Mijn tijd was echt een bloeiperiode voor dansers. Ik heb het geluk gehad om met de juiste mensen te mogen werken zoals Hans van Manen en Jiří Kylián”, vertelt hij. “Toen ik 30 jaar geleden bij het Scapino Ballet zat, waren wij met 45 dansers. Inmiddels is het aantal tot éénderde verminderd.”

De krimp, die Sprong benoemt, is niet alleen merkbaar in de dans, maar ook voelbaar in de hele culturele sector. “De kunsten stond vroeger veel dichter bij de politieke macht”, zegt Sprong. Hij lijkt hierbij hardop na te denken: “Voor politici en machthebbers gaf het status om zelf een kunst te beoefenen, naar voorstellingen te gaan en kunst te verzamelen. Het toonde aan hoe erudiet je was, maar nu is dat niet meer zo. De kunsten staan hierdoor veel verder af van de macht; politici lijken er minder interesse in tonen.”

Trouw aan jezelf blijven

Zijn eigen danscarrière startte laat, merkt Sprong op. “Bij ons thuis was talentontwikkeling niet iets dat een belangrijke rol speelde. Ik mocht wel toneelspelen en dansen, maar het viel niet op dat ik echt goed was. Als dat eerder was ontdekt dan had ik misschien wel sneller een opleiding gevolgd en meer techniek kunnen ontwikkelen.” Hij voegt daar direct aan toe: “Maar misschien was ik ook wel veel te creatief om bij een strikte opleiding te gedijen. Tijdens mijn danscarrière verzon ik vaak nieuwe passen en dat vonden choreografen meestal interessant aan mij.”

Het bracht hem wellicht waar hij nu is: na zijn danscarrière werd hij choreograaf en artistiek leider. Welk advies wil hij jonge kunstenaars meegeven? “Blijf trouw aan jezelf”, zegt hij. “Kunst maken gaat altijd over jezelf en wat jij leuk of belangrijk vindt. Je doet het niet voor het geld en je moet er hard voor werken. Ook als danser kom je waarschijnlijk niet gelijk bij de grote gezelschappen terecht en je zal ook kleine opdrachten moeten doen. Als je daar geen plezier meer aan beleeft dan sta je eigenlijk op het verkeerde pad.”

debbie young

Check out our winners and nominees of 2014, 2015 and 2016

The Piket Art Prizes doesn’t only like to hand out prizes, we also like to keep an eye on our winners and nominees. This way, we know what they have been up to and what’s still to come. Check out all the activities, exhibitions and performances of our winners and nominees of 2014, 2015 and 2016. Lees verder