06 juli 2018 | Nieuws
Als Astrid Boons in 2017 de Piket Kunstprijs voor dans wint, is dat voor haar een warme en onderbouwde aanmoediging om de weg te vervolgen die ze is ingeslagen. Ze danst al sinds haar zesde en maakt nu een enorme ontwikkeling door als choreografe. “Ik ben totaal niet geïnteresseerd in reproduceren. Ik wil dit wezenlijke, deze echtheid, ontdekken en naar buiten brengen in mijn stukken, als danseres én als choreografe.”
Als we Astrid spreken is het half mei en zit ze midden in het proces van de nieuwe samenwerkingsproductie Bold in Motion, een voorstelling met de derdejaars van de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam. Het creatieve proces welteverstaan, want het maken van een stuk bestaat uit verschillende fasen. Een onvermijdelijk onderdeel is het schrijven van een subsidieplan. “Dat vind ik lastig. Ik kies voor de vorm bewegen, ik maak dans en dans moet je ondergaan, maar om het te kunnen maken moet ik het eerst uitleggen. Terwijl ik geen taal gebruik, het is puur fysiek. Het mooie van kunst is ook juist dat je van tevoren niet kunt weten wat het gaat worden. Het idee bereikt slechts een bepaalde hoogte, al doende ontstaat de performance.”
De Vlaamse Astrid wist van jongs af aan dat ze moest dansen en ging naar de Koninklijke Balletschool in Antwerpen en later naar Codarts in Rotterdam. Ze wordt succesvol professioneel danseres bij onder andere NDT2 in Den Haag en GötenborgsOperans Danskompani in Zweden. “Als ik dans wil ik in het moment zijn en op een natuurlijke manier van het ene moment in het andere overgaan, waarbij mijn lichaam bepaalt. Ik ben op zoek naar de meest pure vorm, ik wil weten wat het lichaam drijft om te bewegen. Natuurlijk begint het vanuit een gedachte, maar die mentale staat mondt uit in een fysieke staat van zijn. Ik wil dit wezenlijke, deze echtheid, ontdekken en naar buiten brengen in mijn stukken, als danseres én als choreografe. Ik ben totaal niet geïnteresseerd in reproduceren. Waarom iets reproduceren? Wij mensen zijn een constante transformatie, ons lichaam vernieuwt zich continu en elk moment is anders. Ik wil de tijd nemen om deze ontwikkeling in essentie neer te zetten en het lichaam te reduceren tot dat wat het drijft.”
Haar werk is heel persoonlijk, kwetsbaar en fragiel. Ze ontdekte gaandeweg dat ze niet ‘neutraal in de huid kan kruipen van iemand die doet wat de choreograaf zegt’. Astrid wil haar eigen ideeën vormgeven en zien ontwikkelen, daar ligt haar roeping. “Ik word hier heel gelukkig van, ik voel dat ik leef. Als choreograaf creëer ik iets nieuws, dat is fantastisch en helemaal Astrid. Ik ben over veel dingen onzeker in het leven, maar niet over wat ik doe in de studio.”
Het creëren van een voorstelling is absoluut niet makkelijk. Astrid eist veel van zichzelf en van haar dansers: lange improvisaties, visualisaties, jezelf bloot geven. “Soms heb ik een moeizame week, zoals nu. Dan loop ik vast en wil ik het nooit aan de wereld laten zien. Ik ben er onophoudelijk mee bezig. Waarom gaat het zo stroef? Zijn het mijn ogen die te veel gezien hebben? Klopt het ritme niet? Alles van mij zit erin, dat maakt het ook serieus en zwaar, ik ervaar een druk, een verantwoordelijkheid. Kan ik wéér iets neerzetten? Ik moet er soms bewust wat licht bij laten. Maar ik twijfel nooit aan mijn drijfveer, ik geloof in wat ik doe en ondertussen weet ik diep van binnen dat het goed komt als ik mijn intuïtie volg.”
De Piket Kunstprijs geeft haar een financiële back-up die ze graag gebruikt om zichzelf te blijven ontwikkelen met het volgen van workshops. “Dat is fijn, net als de zichtbaarheid die het met zich meebrengt en de geloofwaardigheid. Maar het allerfijnst is de waardering die de prijs vertegenwoordigt. Ik haal alles uit mezelf en wat ik op het toneel zet wordt dus kennelijk gewaardeerd. ‘Doe verder, we geloven in je.’ Als artiest heb je zelfvertrouwen nodig, maar ook de waardering van je publiek. Je wilt tenslotte iets overbrengen op anderen, anderen raken. Mensen die na een voorstelling zeggen ‘Ik kan niet spreken, ik voel zoveel’ geven mij het mooiste cadeau.”
Momenteel werkt Astrid aan een avondvullende productie die 8 februari 2019 in première zal gaan tijdens het CaDance Festival in Den Haag. Voor de verdere toekomst droomt ze van een eigen gezelschap zodat ze kan werken met een vaste groep dansers. “Ik geloof in het opbouwen en ontwikkelen van langdurige artistieke relaties omdat je hiermee dieper kunt gaan tijdens een creatief proces. Ik vind het vertrouwen dat tussen choreograaf en danser groeit erg belangrijk, maar ook de vertrouwensband tussen de dansers zelf. Als een groep elkaar goed aanvoelt en vertrouwt, dus als de dynamiek goed zit, kun je verder gaan. Dit vind ik mooi om te zien, maar daar is tijd voor nodig.”