Hoewel zij pas een jaar deel uitmaakt van de jury van de Piket Kunstprijzen, neemt Martine Gosselink alweer afscheid. De reden is alleszins begrijpelijk: Gosselink is directeur van het Mauritshuis en dat kleine, maar wereldberoemde museum viert in 2022 zijn tweehonderdjarig bestaan. Het afgelopen jaar was het voor Gosselink al vaak niet eenvoudig haar werk en het jurylidmaatschap te combineren. Met alles wat er op stapel staat voor het jubileumjaar, moest ze zichzelf toegeven dat het helaas beter zou zijn om uit de jury te stappen.
Gosselink heeft, ondanks de korte duur ervan, erg veel plezier gehad in haar jurylidmaatschap. “Ik vind het sowieso leuk om jonge mensen te ontmoeten”, zegt ze, “en uiteraard spreek ik ook graag met kunstenaars. De combinatie van ‘jong’ en ‘kunstenaar’ is wat mij betreft fantastisch. Ik had ook een echte klik met mijn mede-jurylid Joncquil de Vries. Het was enorm boeiend om door zijn ogen naar kunst te kijken.” Het feit dat De Vries als beeldend kunstenaar helemaal deel uitmaakt van de kunst van vandaag, terwijl Gosselink zich bezighoudt met de kunst van de zestiende en zeventiende eeuw, stond de discussie absoluut niet in de weg. “We hadden altijd zo veel vragen voor elkaar”, zegt Gosselink. “En er is uiteindelijk ook geen wezenlijk verschil tussen toen en nu. Het gaat om dezelfde verhalen: over allerlei aspecten van het maakproces en over de vraag voor wie je het doet en wat je ermee wilt.”
Ze had ook gehoopt om via het jurylidmaatschap de Haagse kunstwereld beter te leren kennen. “Dat is het enige wat niet helemaal gelukt is.” Gosselink had heel graag nog wat meer ateliers bezocht.
“Ik wil niet meegaan in de negativiteit rond de pandemie”, zegt Gosselink. “Ik zie ook goede, inspirerende kanten. Er is in de afgelopen periode juist ook heel veel mooi werk gemaakt. Ook in de kunstwereld werd er altijd een hoop geklaagd over druk-druk-druk. Door de maatregelen viel veel pressie weg. Mensen hadden tijd om te wandelen, te mediteren, vriendschappen te intensiveren.” Dat er rust was en ruimte voor reflectie, ziet Gosselink als iets positiefs. “Natuurlijk waren er veel schrijnende gevallen, mensen die heel ziek werden, hun baan kwijtraakten, dierbaren verloren. Maar ik heb ook heel wat mensen horen zeggen: “Ik hoop dat ik dit kan vasthouden.”’ Die positieve kant wordt bevestigd door de reeks interviews met oud-genomineerden die onder de titel ‘De Piket Kunstprijzen in coronatijd’ op de Piket-website werd gepubliceerd – ook daar vielen veelvuldig woorden als ‘eindelijk eens tijd om…’.
In het kader van de festiviteiten rond het tweehonderdjarig bestaan organiseert het Mauritshuis in 2022 een streetart project. ‘Hierbij een open call’, roept Gosselink enthousiast. “Als kunstenaars zich geroepen voelen daaraan deel te nemen, kunnen ze zich aanmelden. Kunst op Haagse muren is kunst voor iedereen en het is coronaproof!”
Het jubileumprogramma omvat verder onder meer een tentoonstelling over bloemstillevens (‘Bij een feestje horen immers bloemen’), het familieproject Hallo Vermeer!, en het project Flash | Back waarvoor prominente Nederlandse fotografen werden uitgenodigd zich te laten inspireren door de collectie van het Mauritshuis. Het jubileumjaar wordt afgesloten met een tentoonstelling van schilderijen uit de Frick Collection in New York.
Martine Gosselink zwaait af als jurylid, want er is veel voor haar te doen in het Mauritshuis. Maar blijft toch ‘onder ons’, want het Mauritshuis hoort bij Den Haag, net als de Piket Kunstprijzen.
Klik hier meer informatie over 200 jaar Mauritshuis.
Tekst: Anna Beerens
Foto: Hessel Waalewijn