24 december 2021 | Nieuws
Niet één keer heeft Winnie Sorgdrager een zaal vol enthousiast publiek kunnen toespreken; vanwege de pandemie is haar juryvoorzitterschap heel anders verlopen dan dat van haar voorgangers. Ze kijkt terug op een periode waarin de juryleden het niet gemakkelijk hadden en de bakens regelmatig moesten worden verzet.
Sorgdrager hoefde niet lang na te denken toen ze gevraagd werd voor het juryvoorzitterschap. “Ik vind dit soort dingen eigenlijk altijd leuk”, zegt ze. “Bij de Piket Kunstprijzen gaat het bovendien om jonge mensen die een steuntje in de rug krijgen en dat vind ik waardevol.” Sorgdrager was weliswaar enige jaren voorzitter van de Raad voor Cultuur en onder meer bestuursvoorzitter van Stroom en van het Asko|Schönberg ensemble, maar ze wil zichzelf niet omschrijven als een echte kunstkenner. “Dat hoeft ook niet”, legt ze uit. “Als voorzitter heb je toch vooral de taak om de discussie in banen te leiden. En de jury was ook echt een leuke ploeg, professionele mensen die ergens voor gaan. Ik vond het ook mooi dat het voor twee jaar was. Dat geeft je toch wat meer dan een termijn van een jaar.”
Vrijwel onmiddellijk na Sorgdragers aantreden in 2020 werd duidelijk dat er vanwege het coronavirus flink moest worden ingegrepen in het draaiboek voor dat jaar. De bekendmaking van de genomineerden moest online en er moest een alternatieve prijsuitreiking komen. Dat laatste had tot gevolg dat er in 2020 geen Juryprijs is uitgereikt. Ook in 2021 moest het draaiboek worden bijgesteld en was er op het laatste moment toch geen feestelijke uitreiking met publiek. De Juryprijs is wel toegekend, maar waar, wanneer en vooral aan wie die wordt uitgereikt, is nog geheim.
Wat het bedenken van alternatieven betreft, had Sorgdrager alle vertrouwen in de vindingrijkheid van Team Piket. “Ik dacht, ze zijn vast heel creatief. En het is ook inderdaad allemaal heel zorgvuldig opgepakt.” Voor de juryleden was het vanwege de coronamaatregelen trouwens ook bepaald niet gemakkelijk: voorstellingen en kunstbeurzen werden afgelast of uitgesteld, musea en galeries waren gesloten. “Maar de discussies verliepen heel professioneel”, zegt Sorgdrager, “en alles werd goed beargumenteerd.” Men zou kunnen stellen dat de Piket Kunstprijzen in deze voor de kunstwereld zo dramatische periode niet meer zijn dan een druppel op een gloeiende plaat, maar daar is Sorgdrager het niet mee eens: “Natuurlijk is de pandemie voor deze jonge mensen echt verschrikkelijk, vooral dat voortdurende dan-weer-wel-dan-weer-niet. Maar als je niets hebt, is 8000 euro best veel geld, nog helemaal afgezien van de erkenning die je krijgt. Zo’n prijs maakt dus wel degelijk verschil. Wat de Piket Kunstprijzen heel bijzonder maakt, is het feit dat het team alle genomineerden blijft volgen en aandacht voor ze blijft genereren.” Sorgdrager is vol lof over Frederik Hendrik Piket. “Het is ontzettend mooi dat iemand die zo vermogend is, kiest voor zo’n nalatenschap! Echt iets speciaals dat respect verdient. Eigenlijk is het klassiek mecenaat.”
Gevraagd naar een boodschap voor de genomineerden, zegt Sorgdrager zonder aarzelen: “Houd vol, het wordt beter! Ooit wordt deze pandemie bedwongen en komen er weer mogelijkheden.” Ze raadt hun ook aan creatief gebruik te maken van de verschuivingen en alternatieve oplossingen die er zijn ontstaan. Zoiets als het streamen van een voorstelling is dan misschien second best, maar het is volgens Sorgdrager vooral van belang om te blijven gaan. Ten slotte wijst ze erop dat het nieuwe regeerakkoord voorziet in meer geld voor cultuur. “Na vele jaren van schraperigheid, stemt dat optimistisch.”
Tekst Anna Beerens
Foto Hessel Waalewijn